donderdag 27 november 2008

148. Mijn eerste keer

Vandaag moet ik iets vertellen van een bijzondere en schokkende gebeurtenis in mijn leven. Gisterenavond is het gebeurd. Ik was samen met mijn lief en voordat ik er erg in had, overkwam het me. Het was mijn eerste keer. Zonder dat ik het besefte, was het zover. Ik had zoiets nog niet eerder meegemaakt en ik had lang gehoopt dat ik ervan verschoond zou blijven. 'Die eerste keer' is het meest pijnlijk, zeggen ze. Het veroorzaakt onbewust meer impact dan menigeen in eerste instantie denkt. Het bijkomend effect was een directe aanslag op mijn emotionele zenuwbanen, mijn traanbuizen en mijn hartslag. Om heel eerlijk te zijn: zo'n eerste keer is beslist niet prettig, dat kan ik je wel verzekeren. Dat komt vooral doordat je het niet verwacht. Je wordt er ineens mee geconfronteerd. Daarna moet je het wel eerst even verwerken en tot jezelf komen. Ik was denk ik helemaal in gedachten verzonken en had ongetwijfeld mijn aandacht er niet helemaal bij. Dat moet haast wel, want opeens voelde ik hem van achteren tegen mij aandrukken.
Ik schoot naar voren en zonder ik het besefte, was het leed geschied. Het gebeurde in het halfdonker...

Ik was onderweg naar huis en degene voor mij begon wat heen en weer te schuiven en remde af. Waarschijnlijk heb ik 'm harder ingetrapt dan de bedoeling was, want achter mij voelde ik een schok en ik schoot naar de zijkant. Ik kon 'm niet meer houden.
Zo schoot ik dus een stukje door de berm en kwam tegen de vangrail terecht. Onmiddellijk sprong ik eruit en mijn hartslag ging als een razende tekeer. Ik begon echt te beven, want de motor stond ook meteen stil en ik stond uiteraard helemaal te shaken. Achter mij sprong er ook iemand uit en die kwam meteen naar me toe. 'Mankeer je niks? vroeg hij meteen. Ik schudde van nee, 'k geloof het niet, maar de tranen stonden haast in mijn ogen. Hij keek naar de beide auto's en zei: 'Bij mij valt het wel mee, het lijkt erger dan het is, maar jij hebt een deukje in je achterkant'. Samen gingen we kijken en liepen toen ook naar de voorkant. Met de rechterzijkant stond 'ie tegen de vangrail, maar dan ook maar net. 'Gelukkig, alleen wat blikschade' zei hij met een vastberadenheid alsof hij het iedere dag meemaakte. Maar ik stond nog steeds te beven.'Kun je nog starten? vroeg hij. 'Mag ik even? vroeg hij en hij ging achter mijn stuur zitten en daarna sloeg de motor gelukkig meteen weer aan. Lieve kind, zei hij, rustig maar, er is verder niets aan de hand. Als we hier langer blijven staan, wordt het nogal een spektakel en dat is niet nodig. Een paar honderd meter verderop is een benzinepomp. Zullen we daar even heen rijden? Dan kunnen we daar even op alle gemak kijken Zo gezegd zo gedaan.

Even later zag ik het tankstation al met dat bekende rode beeldmerk (nee, geen reclame). Met trillende handen reed ik een stukje door, naar de zijkant bij de toiletten. Bij het tankstation stapte hij ook uit en zei: Laten we maar even naar binnen gaan, daar is het warm. Lust je koffie? 'Ja' zei ik en hij tapte daar twee bekers koffie. 'Albert' zei hij, 'ik had me nog niet voorgesteld' en hij stak zn hand uit. 'Het komt helemaal goed hoor, zei hij 'het is gewoon wat blikschade en formeel ben ik gewoon de schuldige, want achteroprijdend verkeer is altijd de klos. Ik had gewoon op moeten letten. De laatste week is het kommer en kwel op de weg. Bij opkomende gladheid moet je gewoon rustiger rijden en beter opletten. Het wordt gewoon wat gladder op de weg en kon je niet meer ontwijken., zei hij. 'O, een routinier dus, een notoire brokkenpiloot, met standaard een formulier voor de verzekering op zak', dacht ik meteen, toen hij met een zwaai het formulier op het tafeltje legde. Hij had een A4-formulier, een internationaal schadeformulier met gekleurde vakken, voor de dag gevist (moet je eigenlijk zo'n ding altijd bij je hebben, vroeg ik me af) en daar wisselden we de gegevens uit. Hij had al 'eens vaker wat gehad', zei hij met een nonchalance en vanzelfsprekendhuid alsof je continu in het verkeer wat overkomt. Van schrik kon ik me niet meer herinneren wat mijn kenteken was, maar hij keek even naar buiten en vulde het formulier verder in. We zetten allebei een handtekening eronder en hij zei: De verzekering regelt het wel verder hoor. Ga maar gewoon naar je garage en laat het taxeren. Hier heb je mijn kaartje en bel maar als er wat is. Eigenlijk best een merkwaardige manier om kennis te maken met iemand, ging hij verder. Gaat het weer een beetje?, vroeg hij. Ik schoot in de lach en zei: Jawel hoor, mijnheer Dröge. Hij ook lachen en toen was de spanning was weer gebroken. Ik bedankte hem voor de koffie.

Sorry hoor, zei ik tegen hem, 'dat ik zo sta te 'shaken', maar het is mijn eerste keer'. 'Wat? vroeg hij. Ik bedoel, mijn eerste aanrijding, mijn eerste ongeluk. Hij moest even grinniken. Och, het valt wel mee hoor, alleen wat deukjes aan de buitenkant, zei hij. Kun je zelf wel weer thuiskomen, moet je nog ver? vroeg hij belangstellend. O vlakbij hoor, met tien minuutjes ben ik weer thuis en ik bel straks even een kennis die me wel kan helpen met de verzekering enzo. Morgen bel ik de garage wel even, want het is nu al bijna kwart voor zeven. Ik denk dat er niemand meer is bij Renault. Albert glimlachte en zei: Je bent behoorlijk bij de tijd. Ik grinnikte en antwoordde: 'Dat moet ook wel, want anders kom je tegenwoordig niet ver'. 'Je lijkt me best wel aardig, zei hij en bekeek me nog een keer. Je ziet er leuk uit, vervolgde hij.

Hij heeft vast niet goed gekeken, ik zie er niet uit, dacht ik nog, want ik lijk wel een spook. Ik had me begin van de middag afgesminkt van het Zwarte Pietenfeest en ik moet er asgrauw uitgezien hebben. Nog een extra macabere dimensie bij de gebeurtenis van zojuist. Verbazingwekkend, zijn conclusie, dat ik er wel aantrekkelijk uitzag. Met de tranen in mn ogen erbij, zou hij eerder gedacht moeten hebben dat ik meteen doorkon naar de Intensive Care. Dat zou logischer zijn geweest. Mannen reageren soms zo merkwaardig, als ze een leuk meisje denken te ontmoeten. Sterker nog: ze hebben er in gedachten al de wildste avonturen mee beleefd. Ik vond dit 'avontuur' eigenlijk al wild genoeg. Bovendien was dit nu niet bepaald de ideale entourage om te daten. Zelf dacht ik: zometeen thuis eerst maar even onder de douche, daarna een kop lekker warme chocolademelk en wat makkelijks in de magnetron om te eten. Bovendien, een bezoek vandeweek aan een schoonheidssalon, voor een goed gezichtsmasker zou ook niet verkeerd zijn...

Bijna was ik in de veronderstelling dat 'ie een date wilde, want hij vroeg: 'Zal ik anders morgen even langskomen bij je om te kijken hoe het met je gaat? 'Nee, dat is niet nodig hoor, zei ik met een blik op zn visitekaartje van een of ander ICT-bedrijf. Ik weet u wel te vinden en als het nodig is neem ik wel contact op. In gedachten zag ik 'm morgen al bij me voor de deur staan: 'Hallo schatje, ken je me nog? Hier ben ik weer, wij hadden gisterenavond nogal direct en intensief contact'. Weet je nog, hoe wij daar samen voorover gebogen stonden bij...
Ha, dat had ie gedacht...
Met enige helderheid van geest besloot ik meteen ook maar te tanken. De grootste schrik was alweer voorbij. Ik was er nu toch. Ik reed terug naar de pomp en pakte de slang van de Euro95 en liet 'm weer helemaal vollopen. Ik keek ondertussen nog even naar mn 'vriendje' en dacht: 'Toch wel jammer dat ie nu twee deuken heeft opgelopen. Hij zag er nog zo heerlijk gladjes en verzorgd uit.

Vanmorgen ben ik langs de garage gereden. Bij de receptie kreeg ik alweer grote ogen, toen ik me daar meldde. 'Kan ik u ergens mee helpen?, vroeg de receptionist. 'Ik denk van wel. Ik heb twee kleine plekken waar even naar gekeken moet worden. Volgens mij moet dat flink worden aangepakt.'
'Ja, dat zal best'
, zei de man achter de balie,'Waar zitten die plekken?'.


Dit is nu 'mijn lief':














Toelichting:

De aanleiding is niet zo leuk, maar ik heb toch geprobeerd er een 'spannend' blog over te schrijven
Ik heb een leenauto meegekregen, dus ik ben gewoon weer 'mobiel'.
Voor alle duidelijkheid: met mij is alles goed, zelfs geen schrammetje!

Natuurlijk ben ik enorm blij met de vele reacties op het blog en dat het is UITGELICHT, maar ben zelf nog niet helemaal tevreden met het schrijfresultaat: ruim 1.400 woorden en dat is veel te lang. Dan haken de lezers af. Ook de invalshoek had doordachter moeten zijn. Uiteraard ken ik de uitgangspunten: 600 woorden is doorgaans het maximum voor een weblog, een limiet van 400 woorden, nog beter. Het hangt echter van de inhoud af. Een excellenter vocabulair had het weblog briljanter kunnen maken. Schrijven = schrappen. Redigeren, herschrijven en nogmaals herlezen, woorden vervangen, spellingchecks. Fases, die ik door de snelheid over het hoofd heb gezien.
Het is niet geworden wat het had moeten zijn. Het zal wel door de schrik gekomen zijn. Toch ga ik het dit keer maar niet herschrijven.
Ja, beste lezers, ik pas ook zelfkritiek/ zelfreflectie toe.

Lees hier het vervolg op dit blog: 150. Een geurig medicijn


© Matti, 27 november 2008
** UITGELICHT 27-11-2008 **

Geen opmerkingen: