vrijdag 28 november 2014

368. De rode brigade

Vandaag maar eens een blog over een onderwerp dat voor mannen wellicht niet interessant is. Of toch juist wel? Het is een onderwerp waarover je maar weinig - inhoudelijks - in blogs tegenkomt. Vreemd eigenlijk, want alle vrouwen krijgen ermee te maken: De rode brigade. Dan doel ik niet op de Brigate Rosse, een Italiaanse extreem-linkse terroristische organisatie die in 1970 door enkele studenten werd opgericht. Dat is heel wat anders.
Nee, ik heb het over de maandelijkse cyclus, waarvoor vele synoniemen bestaan, zoals: 'Opoe is op bezoek', 'De rode vlag (hangt uit), 'De Russen zijn op bezoek', 'het is weer feestweek' tot hele subtiele 'ik ben een beetje ziekjes'. Sommigen durven er helemaal niets aan derden over te melden en houden het gewoon bij: 'ik heb wat hoofdpijn'. Ik noem het beestje gewoon bij de naam: ongesteld zijn.
Natuurlijk is er veel informatie over te vinden, met name op vrouwen- en meidenwebsites, op voorlichtingsplatforms en noem maar op. Maar echt - inhoudelijke - blogs kom je niet veel tegen.
Vanmorgen werd ik wakker en ik merkte meteen; O, ja, vandaag is het weer de dag...
Bij ons thuis zijn we open en vrij opgevoed. Alle zaken werden openlijk besproken, of het nu om een probleem ging, over 'wat zal ik eens aantrekken', de rommel op de kamer, perikelen met de boodschappen in de supermarkt of persoonlijke ongemakken.
Ook als we ongesteld waren, werden die dingen ook openlijk bij de naam genoemd. Als we rond de tafel zaten of gewoon in de woonkamer op de bank, dan kwamen alle vrouwenzaken gewoon aan de orde, zonder dat daar moeilijk over gedaan werd. Mijn zusje Hetty** kon soms vreselijk overdrijven, als de maandelijke periode er weer aan kwam. Ze riep soms van boven naar beneden: 'O jee, ik ben weer vreselijk ongesteld. Ze tetterde die 'noodkreet' gewoon vanuit de badkamer door het huis vanaf het moment dat ze die 'kreet' ergens had gehoord en zo werd het een vaste uitdrukking in ons gezin..
Ach ja, de eerste dag van de menstruatie is meestal wel een 'kleine ramp'. Gelukkig kun je dat een paar dagen ervoor al signaleren, want de hormoonhuishouding doet gewoon zijn werk.
De meeste meiden worden tussen hun 11e en 15e voor het eerst ongesteld. Hoewel het aantal dagen van een cyclus kan verschillen, hebben de meeste vrouwen een cyclus die 21 (korte cyclus) tot 35 (lange cyclus) dagen duurt. Ook hoe lang je ongesteld bent verschilt. De menstruatieperiode duurt zo'n meestal 4 tot 6 dagen. Tot aan de menopauze kun je dus ongeveer elke maand 'de rode berigade 'op bezoek krijgen. Gemiddeld wordt een vrouw in de westerse wereld 400 tot 500 keer ongesteld in haar leven.

Toen ik voor het eerst lid werd van 'de rode brigade', was ik 11 jaar, bijna 12. Een paar dagen voor 'het grote moment' had ik al buikpijn. Mijn moeder lag in die week voor een kleine operatie (behandeling van endometriose) in het ziekenhuis en thuis ving papa ons op, maar we mochten ook een paar dagen logeren bij tante Janny (de aangetrouwde tante van mijn moeders kant, die zich ook al eens over mijn schoenenwinkel had gebogen toen ik nog in Haarlem woonde (Lees daarvoor mijn blog 135 uit 2008 Gesprek met tante Janny).
Ik weet nog goed dat ik al een paar dagen last had van buikpuin. In mijn dagboekje (toen was ik al aan het schrijven) staan nog de paar zinnen in hanepoten genoteerd:
'Ik hep zo'n pijn in mij buik. Als ik maar niet doot ga. En als mama ook maar niet doot gaat.'

Twee dagen later stond er in mijn dagboekje genoteerd: 
'Er komt alemaal bloet uit het gaatje. Ik ga misgien wel doot.'

Dat was de dag dat ik tegen tante Janny zei: Er zit allemaal bloed in mijn broekje. Tante Janny nam mij kordaat mee naar de badkamer en ik weet nog dat ze iets tevoorschijn haalde dat in mijn ogen meer op een incontinetieluier leek dan op een praktisch hulpmiddel. Bovendien zei ze er meteen bij. 'Dit blijf je altijd houden, dit gaat nooit meer over. Nu ben je een grote meid.' Achteraf bezien was tante Janny niet zo psychologisch en tactisch aangelegd, want als ik daarna niet door mijn moeder wat beter op de hoogte was gebracht, zou ik waarschijnlijk mijn leven lang een trauma gehad hebben. Vanzelfsprekend kwam ik er later achter dat er ook minder volumineus maandverband bestond en dat tampons ook een ideale oplossing waren.
Toen op een gegeven moment ook de 'vaste' vriendjes in huis kwamen, moesten ze er dus maar aan wennen, dat onderwerpen als de voor- en nadelen van inlegkruisjes, doorlekken, omwisselen, tampons en alle bijverschijnselen, de pil en bijkomende problemen gewoon aan de orde kwamen tijdens conversaties.
Ook in mijn studententijd betekende het excuus van 'het maandelijkse ongemak' vaak 'een redder in de nood' en ook een mooi item om een aantal al te opdringerige herenstudenten van mijn lijf te houden (nu zeg ik het maar even heel gedistingeerd). Ik antwoorde soms domweg om aan 'studentenfeestjes' mee te doen: 'Nee, ik ben ongesteld.' Meestal gedroeg ik mij er dan (expres) zo naar en het bleek een mooi excuus om mij tegoed te doen aan een heerlijk doos bonbons.
Tja, die extra drang naar chocolade in zo'n periode is dan wel weer een heerlijk pluspunt.
Genoeg nu over dit onderwerp. Je zou er haast een stemmingswisseling door krijgen....




© Matti, 28 november 2018
** gefingeerde naam
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

vrijdag 7 februari 2014

361. Schwarzwalder Erfahrungen (11)

Vervolg van 360.  Schwarzwalder Erfahrungen (10)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]

- Gezien het feit dat sommigen een wat meer literair gehalte prefereren, is dit vervolgblog gelardeerd met wat eloquenter vocabulaire, ik hoop dat eenieder dit kan appreciëren -

'Hoe kunnen ze mij dat aandoen.' , jammerde Hermann. Hij tilde de inhoud omhoog en Jurgen en ik deden allebei een stap achteruit. Ik schoot opeens vreselijk in de lach, want wat er tevoorschijn kwam, tart elke beschrijving.
Het attribuut bleek een goedkope imitatie van wat een Schwarzwalder koekoeksklok zou moeten voorstellen. Het wanstaltig product, dat wij gedrieën observeerden, activeerde onmiddellijk de bloedcirculatie in Hermann's aderen. 'Dit is werkelijk monstrueus, een abject en inferieur exportproduct. Een degradatie voor  het klokkenmakersgilde. Het is ongetwijfeld geïmporteerd uit Taiwan of Korea.' repliceerde Hermann. 'Het oogt inderdaad enigszins onesthetisch, dit lijkt  in de verste verte niet op een Schwarzwalder koekoeksklok' ,  beaamde ik. Mijn perceptie bleek correct, maar ik moet concluderen dat het modernistisch ogende uurwerk op een meisjeskamer niet zou misstaan. Een minuscule notitie was bijgevoegd: 

'Dag meneer de klokkenmaker. Hij is kapot. Mijn vriendin zei dat ik bij u terecht kon. Hij doet niks meer. Het kan ook aan de batterij liggen. Wilt u hem maken en terugsturen? Het mag niet veel kosten, anders moet ik een nieuwe.'


"Welja'  mompelde Hermann. 'Degene die deze onnavolgbare recommandatie heeft doorgesluisd, is heikel en discutabel. Hoe is het mogelijk. Iedereen denkt wellicht dat ik mijn kostbare tijd ga verdoen aan gepruts met massaproducten, die op ongewisse momenten cederen.  Hoogstwaarschijnlijk is dit object uitgerust met alkalinebatterijen, milieuonvriendelijke wegwerpproducten of noem maar op'
Zo foeterde hij nog een tijdje door en wikkelde de purperen wanddecoratie weer in de verpakking. 'Kom, we gaan met het echte werk beginnen', vervolgde hij resoluut. 'Kom maar mee'. Hermann beende voor ons uit hij als een przewalskipaard dat op hol leek geslagen. We arriveerden in zijn atelier, dat in het achterste compartiment van zijn woninkje bleek gesitueerd. Hij zette een schakelaar om aan de muur en enige ogenblikken later waadde de keurig opgeruimde werkplaats in een zacht warmgeel licht. 'Het aggregaat functioneert naar behoren', concludeerde hij. In een werkschuur achter zijn huisje had Hermann een dieselaggregaat opgesteld, dat voor de stroomvoorziening van de werkplaats diende. 'Hij produceert alleen elektriciteit als het strikt nodig is', bromde Hermann. De ruimte bleek verre van provisorisch geoutilleerd. Een breed scala aan houtbewerkingsgereedschap sierde het grote wandbord boven de werkbank. Van kleine gutsen, precisieschroevendraaiers, steekbeiteltjes, werktuigkundige accessoires tot houtdraaiboren tot verfijnde utensiliën, diverse loepen en slijpinstrumentarium, kortom een sublieme equipage om zijn occupatie voldoende emplooi te geven.
Vol bewondering luisterden wij naar Hermann Waldbecker, die extensief en gedetailleerd uiteen zette, wat er allemaal voor nodig is om een echte Schwarzwalder koekoeksklok in optima forma te completeren.Hij wees exliciet en geprononceerd op de vormgeving van het cijfer IIII. 'Als er een Romeinse IV of een moderne 4 op de wijzerplaat is  aangebracht, dan heb je ongetwijfeld te maken met een wanproduct of een vervalsing'. Een echte Schwarzwalder toont I,II, III en IIII', poneerde hij emfatisch.

Hij legde omstandig en met enthousiasme uit dat er significante verschillen zitten tussen het Schwarzwalduhr, de Schwarzwalder Pendule, het Bogenschild Uhr, het Holzgespindelte Uhr, Surreruhr en nog veel meer bijzondere koekoeksklokken. Na een uur expliceren en stipuleren, kwam ik tot de conclusie dat het mij een beetje teveel van het goede werd. 'Prachtig Hermann, zei ik, het is heel interessant, maar het zijn zoveel informatieve wetenswaardigheden, dat we morgen wel verder kunnen gaan, als het je niet ontrieft'. Hermann knikte en begreep het gelukkig. 'Wacht' zei hij en hij trok een opklapbed met een roestige spiraal van de wand. Ik slaap vannacht beneden hier aan de zijkant van het atelier. Jij kunt met Jurgen wel gebruik maken van de twee kamers boven. Ik heb de bedden al verschoond'. Waldbecker dacht kennelijk dat wij gescheiden de nacht zouden doorbrengen. Weer dacht ik even terug aan de middernachtelijke escapades van Jurgen waarin ik hem op delicate wijze de kneepjes van het liefdesspel had bijgebracht. De amoureuze wijze waarop hij zijn erecte lichaamsdeel in beweging had gebracht, was zinnebeeldend. Ja, de stevige 'pfinkelman' moest ik natuurlijk wel in het zicht blijven houden en stimuleren. Ongewild gingen mijn gedachten terug naar de schemerachtige  slaapruimte in het ouderlijk huis. Ik werd abrupt losgerukt uit mijn droomwereld, toen Jurgen in het bijzijn van Hermann opeens uitriep: 'Kijk nu eens, dat geloof je toch nooit, Daar...' 


Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 12 (volgt binnenkort)
Terug naar deel 1

___________________________________
© Matti, 7 februari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

vrijdag 31 januari 2014

360. Schwarzwalder Erfarungen (10)

Vervolg van 359.  Schwarzwalder Erfahrungen (9)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]

'Wacht even Hetty', zei ik 'Ik zal het je uitleggen. Het zit namelijk zo.'  Net wilde ik haar mijn belevenissen gaan vertellen toen ik buiten opeens een doordringend geluid hoorde. Ik liep naar het raam en tot mijn verbazing zag ik buiten aan de overkant van de straat een illuster gezelschap, drie mannen, staan. Ze waren gehuld in een korte broek (lederhosen) met breteils. Ze hadden elk een lange toeter in hun hand. Ze maakten een hels kabaal. Ze droegen kniekousen en elk een wit blousje met daarop een openvallende blaser, een jasje dat aan de zijkanten met borduursel afgestikt was. Op hun hoofd hadden ze een klein zwart hoedje. Er waren allemaal mensen uit het dorp toegestroomd en ook Jurgen stond er met zijn moeder.


Net wilde ik aan Jurgen vragen: 'Wat is...', toen ze de blaasinstrumenten weer aan hun mond hadden gezet, begonnen ze gezamenlijk één of andere melodie te 'toeteren'. Het was oorverdovend en sommige kinderen hielden hun handjes voor de oren.Het trio bleef even een tijdje doorblazen en toen ze stopten zei Jurgen: :'Diese sind Alphornbläser aus dem Berner Oberland, aus der Schweiz'. 'Alpenhoornblazers, ja dat heb ik inmiddels gezien en gehoord Jurgen, maar wat moeten die hier in Alpirsbach?'  'Het zit zo, Esmée: het Gesellschaft is zich aan het voorbereiden voor het grote 'Treffen' en die linker, dat is Karl die hier in het dorp woont, een oom van die middelste. Ze logeren een paar dagen hier, repeteren wat en zaterdagavond geven ze ook nog een mini-concert hier in de Festhalle. Daarna gaan ze naar Berner Oberland, over de grens en ze voegen zich bij nog zo'n vijftig blazers voor een soort competitie.' 'Tsjonge, wat interessant allemaal', antwoordde ik. Toen het Waldhorn Gesellschaft uitgeblazen was, pakten ze hun spullen bij elkaar en verdwenen met hun instrumenten in een smal steegje naast de locale fotowinkel.Toen kwam er een man op ons af en hij wees naar twee mountainbikes die tegen de muur van Jurgen's ouderlijk huis stonden. 'Zo, jij moet Esmée zijn', zei hij en hij schudde mij hartelijk de hand. 'Ich heisse Werner, Ich bin der Vati von Jurgen', zei hij er vlotjes achteraan. Hij aarzelde even een moment, maar daarna omhelsde hij mij en drukte zich zo stevig tegen mij aan, dat mijn borsten zowat geplet werden. 'Ik heb even twee mountainbikes klaargezet, want jullie zullen zometeen wel terug willen naar die mallote klokkenreparateur, hahah', zei hij met een smalende grijns. 'Hij zal je wel missen, meine liebling ', zei hij. 'Liebling', dacht ik... ik was zijn 'liebling' helemaal niet. Als ik zo keek naar zijn forse buik, waarschijnlijk door het drinken van vele pullen bier, dan stond ik niet te trappelen om met hem als 'liebling' geassocieerd te worden.  Enfin, de nacht met Jurgen was heerlijk geweest en ondanks dat mijn molentegelmotiefrokje wat verfomfaaid uit de wasmachine gekomen was, kon ik zometeen wel weer fris en fruitig op die fiets stappen. Alles was beter dan door het mulle zand in het bos sjouwen. 'O ja', zei Werner, 'neem meteen die twee pakketten voor Hermann Waldbecker mee. Die zijn vanmorgen met de post gekomen. Ik denk dat het twee klokken van klanten zijn, die gerepareerd moeten worden. Zo hebben we er in de afgelopen tijd wel meer gehad en Hermann brengt ze dan na een paar dagen weer hier op het postkantoor om naar de afzender terug te sturen'Inderdaad, op het stuur van elke fiets had hij met een touwtje een pakket vastgebonden. En postkantoor'zei hij? De kwalificatie 'postkantoor'kon het kleine kruidenierswinkeltje/annex postkantoortje niet waarmaken. Er werden wat postzegels verkocht en je kon er een brief op de bus doen. Dat was het dan bijna.Nadat Jurgen en ik onze spullen bij elkaar gezocht hadden, namen we afscheid van Pa en Ma 'pfinkelman'.

Ik bond mijn spulletjes bij het pakket dat voor Hermann bestemd was. Daarna reden op de mountainbikes naar het zuiden, om de afslag naar het huisje van Hermann weer in te slaan. Het was die morgen heerlijk weer en terwijl we het bospad weer inreden, dat ik de dag daarvoor met de taximan ook al had afgelegd, dacht ik opeens wat er allemaal wel niet in één dag kon gebeuren. Door alle consternatie met het Alphorngesellschaft, was ik helemaal vergeten mijn verhaal voor Hetty af te maken. Nou ja, ze wist in ieder geval dat ik goed in het Schwarzwald terecht gekomen was. Na twintig minuten bikkelen door het mulle zand (ik moest twee keer afstappen omdat het pad te zanderig was), zagen we ook de auto van Jurgen schuin tegen een boom staan. De schade leek mee te vallen, maar het linkervoorwiel zat helemaal vast in een diepe modderplas. Jurgen had geregeld dat de auto door een bevriende dorpsgenoot die dag zou worden weggesleept. Inmiddels was ik er wel achter gekomen dat iedereen in het Alpishorn 'bevriend 'was met elkaar. Een kleine, hechte, sociale dorpsgemeenschap. Na weer een kwartiertje ploeteren op de fietsen zagen we eindelijk het huisje van Hermann opdoemen. Nu kon dat\n echt mijn stage beginnen. Ik was benieuwd wat Hermann allemaal uit te leggen had, want die koekoeksklokken intrigeerden mij echt wel. Ik moest en zou de fijne kneepjes van het vak leren.Hermann zag ons al van verre aankomen.

'Endlich'
, riep hij met een brede grijns op zijn gezicht. 'Ik ben blij dat jullie er weer zijn. Gisterenavond kwam die malloot van de slager, die slungelige jongen, mij zeggen dat jullie beiden bij Jurgen thuis bleven slapen, omdat de auto was uitgevallen en jullie uitgeput onder de modder in het dorp aankwamen. Hoe was de Heimatabend eigenlijk? Hebben de zusjes Weissenbach nog gejodeld en hoe smaakte het bier? Hebben jullie een beetje plezier gehad?' Om eerlijk te zijn, Hermann', antwoordde ik, 'Wij zijn niet meer naar de Heimatabend gegaan, want eerst moesten onze kleren in de was en gingen we douchen en daarna zijn we naar de slaapkamer gegaan. Wij hebben ons niet verveeld hoor'. Ik gaf Jurgen een por, maar hij gaf geen krimp. 'Ja, we hebben het erover gehad dat we eigenlijk nog wat lekker Hollandse dingen in onze winkel moeten hebben', begon Jurgen. 'O, daar gaan we weer', dacht ik. Mijn gedachten gingen terug naar de afgelopen nacht, toen ik Jurgen voelde spartelen, op zoek naar de 'delicatessen'. 'Dat komt nog wel goed Jurgen', zei ik snel en ik gaf hem snel een zoen op zijn linkerwang. 'Alsjemenou', zei Hermann, 'Jullie kunnen het goed met elkaar vinden geloof ik. Ik meende het gisteren al een beetje te bespeuren.Jullie kunnen de rest van de dag hier blijven hoor, ik heb heerlijke rehbraten voor op de barbecue en als jullie willen, kan Jurgen vannacht wel hier blijven, want die auto van hem zie ik nog niet één-twee-drie terug. Laten we eerst maar eens naar de post kijken.'  We haalden de pakketten van onze fietsen af. Hermann legde ze op de eikenhouten tafel in de woonkamer en maakte ze open. ''Nee', riep Hermann opeens uit, 'Ongelofelijk'  Hij wierp een blik in het eerste pakket. 'Dat kan niet waar zijn. Dit is verschrikkelijk. Hoe kunnen ze mij dat aandoen.' , jammerde Hermann. Hij tilde de inhoud omhoog en Jurgen en ik deden allebei een stap achteruit. Ik schoot opeens vreselijk in de lach, want...


Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 11 (volgt binnenkort)
Terug naar deel 1: Schwarzwalder Erfarungen (1)
___________________________________
© Matti, 31 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

woensdag 29 januari 2014

359. Schwarzwalder Erfahrungen (9)

Vervolg van 358.  Schwarzwalder Erfahrungen (8)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]


'Mmmm', dacht ik, 'Het Schwarzwald is in sommige opzichten zo gek nog niet. Als het buiten druilerig is, kun je je binnen goed vermaken'. Jurgen schoof met zijn lijf wat naar beneden en opeens merkte ik dat hij iets naar boven trok, wat hij onder het dekbed verstopt had. Ik deed het kleine nachtlampje aan, dat boven mijn hoofd aan de wand bevestigd was. Jurgen zat nu rechtop in bed met een klein notitieblockje in zijn handen. Wat ben je nu aan het doen? vroeg ik meteen. 'Ich brauche, um etwas zu schreiben, bevor ich es vergesse.Wir suchen für unsere Lebensmittelgeschäft typisch holländischen Produkten. Sobald wieder kommt die Saison. Wir möchten  denn eine gute Auswahl an holländischen Touristen anbieten, wie Waffeln, Mandelkuchen und
Zeeland babbelaars'.
(Vertaling: ik moet even wat opschrijven. Wij zijn voor onze kruidenierswinkel op zoek naar typische Hollandse produkten. Binnekort begint het seizoen. Dan willen we graag een goed assortiment aanbieden aan de Nederlandse toeristen, zoals stoopwafels, amandelkoeken en Zeeuwse babbelaars).


'Toen ik vanmiddag dat molenmotiefrokje zag, dacht ik: je hebt vast ergens wat typisch Nederlands verstopt, want de meesten die hier komen, kunnen hun eigen lekkernijen niet makkelijk missen', vervolgde Jurgen.  'Daarom kwam ik op het idee dat wij hier in Alpirsbach misschien wel Groningen Kuchen en Bossche bollen kunnen gaan verkopen. En amandelkoekjes, die moeten we ook hebben. 'Jij ruikt zo lekker Esmée. Ik wist niet of dat door de Mandelblüte Shampoo (Amandelbloesem champoo) komt of dat je misschien nog ergens wat verstopt hebt.' Jurgen legde het notitieblockje weer naast zich neer en verdween met zijn hoofd weer onder het dekbed. 'Ich suche weiter'. Hij was vast in de veronderstelling dat ik een assortiment dropmelange of Haagse Hopjes verborgen hield. Hij schoof nu helemaal naar onderen en ik voelde zijn hoofd tussen mijn kuiten en even later tussen mijn knieën. Dat schiet niet op, dacht ik en zei: 'Ach jongen, Jurgen, zet die gedachten toch even uit je hoofd. Dat komt morgen wel. Het is nu niet het moment om over delicatessen te piekeren. Hier vind je geen Zeeuwse babbelaars, maar je mag natuurlijk best even sabbelen. Hij begreep de subtiele hint niet. Ik gooide het weer over een andere boeg: 'Je begrijpt toch wel wat de bedoeling is'?, vroeg ik. 'Je hebt de klok wel horen luiden, maar je weet niet waar de klepel hangt, Jurgen. Ik wel hoor. Vlug ging ik met mijn rechterhand naar beneden en vond niet alleen het klokkenspel, maar ook de grote wijzer en die stond strak omhoog. Ik pakte Jurgen bij zijn bovenarmen en zei, 'Kom hier, wat verder naar boven. Hij schoof wat verder omhoog en hij snapte eindelijk dat hij beter hier zijn zoektocht met zijn pfinkelman naar de verborgen grot kon voortzetten, dan zich druk te maken over de kruidenierswinkel.


Hij had eindelijk in de gaten dat ik niet voor niets het roze nachtjaponnetje had uitgetrokken. Niet veel later voelde ik dan ook dat hij met zijn mond mijn tepel had gevonden, en terwijl hij met zijn andere hand mijn borst beetpakte, voelde ik zijn tong over mijn navel en daarna verder over mijn venusheuvel naar beneden. 'Mmmm' kreunde ik zachtjes en ik hoorde Jurgen zeggen:  
'Dat ist keine Mandel-Nuss' . 'Nee', dacht ik, 'maar ik heb er geen bezwaar tegen als hij denkt dat het een lolly is. Ik spreidde mijn benen wat verder en Jurgen kwam eindelijk een beetje op stoom en liet de drijfstang van de apparatuur volop zijn werk doen. Alle raderen van de hele collectie uurwerken zag ik in het rondvliegen. Jurgen had eindelijk -net zoals de meeste mannen - zijn oerinstinct ontdekt en zijn pfinkelman was inmiddels een grote boskabouter geworden die keihard het struikgewas binnendrong en zijn weg in de daarachtergelegen grot had gevonden. Hij hijgde als een karrepaard dat de Kilimanjaro aan het bestijgen was. Toen moest de pfinkelman van de zware arbeid opeens nodig spugen...Ik roep: 'oooh, ooooh' en ging rechtop in bed zitten. 'Ooh helemaal vergeten' .Was ist loss? vroeg Jurgen, die net ontdekte dat 'pfinkelman' flink geschrompeld was.
'Ich habe ganz vergessen, dass ich Hetty, meine Freundin anrufen solten ', antwoordde ik Jurgen. 'Mein Telefon wird wirklich geladen sein.' Ja, dacht ik bij mijzelf, mijn telefoon zal nu wel opgeladen zijn. Ze zou zich inmiddels wel bezorgd afvragen hoe het met mij ging in het Schwarzwald. Ik zou haar maar niet zeggen dat ik zelf inmiddels ook helemaal 'opgeladen' was van de inspanningen van Jurgen, die mij denkbeeldig alle toppen van het Schwarzwald had laten zien. 'Maar Esmée, het is half drie in de nacht. Doe dat dan meteen morgenochtend', zei Jurgen. Of wacht, ik schrijf het hier even op in mijn notitieblockje. Hij viste het notitieblockje onder zijn rechterbil vandaan en zag dat die inmiddels helemaal nat geworden was en plakte als een besmeurde cracker met honing. Nou, dat wordt niks meer, mompelde hij met een blik op zijn eigen goedje en hij leek opeens nieuwe energie te krijgen. 'O, meine liebe Esmée', zei hij 'Lassen Sie uns ein wenig Spaß haben' en hij draaide zich om zodat hij bovenop mij kwam te liggen. Ik merkte dat kabouter Piggelmee de strijd aangegaan was met Bruno de reus...
'Nee, Jurgen, ik weet wat beters.'Jij moet weten wat een koekoeksklokkenmaakster in spé allemaal te bieden heeft'. Ik draaide hem op zijn rug en ging bovenop hem zitten. Die 'pfinkelman' was vast nog wel te activeren...
Om kort te gaan: het werd me het nachtje wel en ik heb geen koekoeksklok meer gehoord toen ik eindelijk tegen het ochtendschemer in slaap viel.


Eigenlijk meer gebroken dan verfrist en uitgerust, kwamen we die morgen weer naar de woonkamer. Jurgen's moeder was er niet, maar eindelijk vondeen we haar in de kelderruimte. Ze had het wasgoed op een lijn gehangen en inmiddels de hele vloer gesopt.
Wij zagen haar zitten bladeren in een boekje met het opschift 'LOVE'. Ze keek op toen wij wat met onze voeten schuifelden en ze zei: 'Das Frühstuck ist fertig. Ik ben alvast maar begonnen met een banaantje. Ja, dit boekje heeft Hermann Waldbecker vorige week op de toonbank laten liggen, toen hij boodschappen kwam bestellen', zei ze terwijl ze het boekje omhoog hield. Kijk, dit heeft Hermann nodig voor zijn koekoeksklokkenhandel, een soort handboek.
Lieferantenbewertung, Oberflächenmontiertes Bauelementen, Verkaufsanweisungen und Einkaufstariefe. 'Dat is een hele mond vol', zei ik, 'Wat staat er allemaal in?'
'Dat gaat Hermann jou allemaal uitleggen Esmée', zei Hannelore, de moeder van Jurgen. 'Jij bent hier toch gekomen om het koekoeksklokkenreparatievak te leren? Dus, hup, aan het ontbijt en dan vliegensvlug weer naar het huisje in het bos, bij de oude reparateur. Hij zal met smart op je zitten te wachten.' 'Smart?' Oooh, dat is waar ook, mijn smartfone, die ligt nog boven en ik moet eerst Hetty mijn vriendin bellen. Ik holde terug naar de slaapkamer. Ik zocht Hetty op in het adresboek en drukte op de groene verbindingsbutton. Nog geen twee seconden later nam ze op en schreeuwde zowat: 'Esmée, meid waar zit je, we zijn allemaal ongerust hier. Waarom laat je niets van je horen? Je lijkt wel van de wereld verdwenen. Nog even en dan hadden we Interpol ingeschakeld. Je had wel geschaakt kunnen zijn door de eerste de beste houthakker daar, verdwaald tussen de Beierse dennen of  ontvoerd door een op seks beluste Waldhornblazer en...' Zo ratelde ze maar door. 'Wacht even Hetty', zei ik 'Ik zal het je uitleggen. Het zit namelijk zo.'  Net wilde ik haar mijn belevenissen gaan vertellen toen ik buiten opeens een doordringend geluid hoorde. Ik liep naar het raam en tot mijn verbazing zag ik ...

Esmèe.


Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 10 (volgt binnenkort)
Terug naar deel 1: Schwarzwalder Erfarungen (1)
___________________________________
© Matti, 29 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

358. Schwarzwalder Erfahrungen (8)

Vervolg van 357. Schwarzwalder Erfahrungen (7)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]



Ik trok aan het bovenrandje van zijn boxer. Terwijl ik naar beneden keek, vroeg ik: 'Und was haben wir denn hier? Ist, dass die kleine Pfinkelman*??? Met mijn hand wreef ik over de voorkant van zijn boxershort. Ik zag Jurgen blozen en vrijwel direct kwam Jurgens moeder weer aanlopen, met twee grote badlakens, schone kleding voor Jurgen en iets wat op een nachtjapon leek. 'Och Jurgen', zei zn moeder, 'je kan hier toch niet zo in je onderbroek blijven staan, met een logé erbij. 'Je bent al bijna 20 en geen klein kind meer. Wat moet Esmée hier wel niet van denken?.' Jurgen zei niets en stamelde wat voor zich uit. Wat ik ervan dacht, zei ik maar niet hardop. Het is echt een sexy vent met een strak kontje. Daar wilde ik best wel een beschuitje mee eten. Nee, Jurgen was zeker geen kleine jongen meer en ik kon wel zien aan de bobbel in zijn boxer, dat Jurgen meer te bieden had dan het heen en weer sjouwen van kruidenierswaren. Zijn 'kleine Pfinkelman'  was inmiddels flink overeind gekomen en stond strak in zijn broek. Jurgens moeder verdween weer naar achteren en riep over haar schouder: 'Laat Esmée zich eerst maar even omkleden in de kelder, dan kan jij vlug onder de douche Jurgen en als je klaar bent en Esmée is ook weer schoon, dan heb ik hier boven kaffee met eine kirschtorte' klaar. Je kan hier vannacht wel blijven slapen Esmèe, want het is al over elven en zo tegen middernacht door het bos terug naar het huisje van Hermann Waldbecker is niet aan te raden'. Toen Jurgens moeder weer verdwenen was, liep ik naar Jurgen toe, ging achter hem staan en vouwde mijn handen rondom zijn middel. Ik voelde wat lager en zei: 'We kunnen samen ook wel even onder de douche Jurgen, dat scheelt tijd en bovendien - mijn handen gleden naar zijn 'Pfinkelman' - wil ik wel eens weten 'wat voor vlees ik in de kuip heb'. Ik grinnikte en pakte met mijn rechterhand zijn klokkenspel vast en bewoog de 'Pfinkelman' wat heen en weer. Het voelde stevig aan. Jurgen bloosde enorm en zei: 'Ik heb niet zoveel ervaring met meisjes. Hier im Schwarzwald, sind die Mädchen nicht alle so entslossen'. Nee, dat ze niet allemaal zo doortastend waren, dat zou best kunnen, want Jurgen was denk ik nog een beetje een groentje. Daarom moest ik maar een beetje het 'heft' in eigen handen nemen, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik keek naar Jurgen en ik dacht dat hij het best wel prettig vond. Voor mijn gevoel kon er best wel wat meer 'leven in de brouwerij' komen. 'Vooruit Jurgen, ga jij dan eerst maar douchen, dan kom ik zo wel ', zei ik kordaat en hij verdween om de hoek naar de badkamer. Stiekem hoopte ik dat ik zometeen heerlijk bij hem onder de douche kon staan. In gedachten drukte ik mijn boezem al tegen de zijne en ik wist zeker dat hij best nog wel wat opgewarmd kon worden. In de kelder ontdeed ik mij van de vieze modderige kleren, trok het rokje met het molenmotief uit, deed mijn beha en slipje uit en hulde mij in het grote badlaken. Ik keek eens naar het nachtjaponnetje. Veel om het lijf had het niet, het was een roze doorzichtig ding met korte mouwtjes. Nou ja, dacht ik, als ik dat straks aanheb, alles beter dan niets. Toen ik bij de badkamer kwam, had Jurgen de deur angstvallig afgesloten. Ik klopte op de deur en riep: 'Ben je zover, Jurgen, dan kan ik mij ook even afspoelen'. Even later kwam Jurgen weer naar buiten in een blauw gestreepte pyjama. Helaas, hoezeer ik ook met mijn borsten naar voren prijkte, Jurgen verdween pijlsnel uit de badkamer. Tsjonge, dacht ik, als ik in zijn schoenen stond... Maar hij had geen schoenen aan. De mannen hier in het Schwarzwald moeten hun ogen eens opendoen en eens goed om zich heen kijken. Ik stapte onder de douche, friste mij ook op met een heerlijke warme douchebeurt en helemaal rozig kwam ik weer tevoorschijn. Ik had daarna de roze nachtjapon aangetrokken, die Jurgens moeder mij gegeven had.

We liepen de trap op naar boven en kwamen in een gezellige woonkamer. Aan de voorkant waren kleine raampjes met luikjes ernaast. In de hoek brandde een grote houtkachel en het was heerlijk warm. 'Ga hier maar aan tafel zitten' , zei Jurgens moeder. 'Dank u wel mevrouw' zei ik beleefd. 'Fijn dat ik hier kon douchen en dat ik kan blijven slapen. Is dat geen bezwaar? Die struikel-wandeltocht door het donkere bos wil ik niet nog eens meemaken. 'Nee dat kan ik mij voorstellen', zei ze. 'Zojuist heb ik Wilhelm, de zoon van de slager, gevraagd of hij even naar Hermann Waldbecker wilde rijden om hem te zeggen dat je vannacht in het dorp blijft slapen.
Die Heimatabend wordt toch niets meer en Esmée kan het beste vannacht maar hier blijven slapen, Jurgen. Wilhelm heeft zo'n blauwe crossmotor met profielbanden', vervolgde ze. 'Iedereen in het dorp kent 'm. Hij heeft op de zijkant van zijn tank met zilveren letters geschilderd: BMW. Dat betekent Blaue Motorrad Wilhelm.
Waldbecker heeft geen telefoon en anders zou hij zich ongerust maken. Wilhelm wilde met alle plezier wel even heen en weer rijden. Op de motor is het zo gepiept.' Telefoon. Bij het noemen van het woord 'telefoon' sprong ik overeind. 'O, helemaal vergeten om Hetty, mijn vriendin te bellen. Dat had ik nog zo beloofd. Zij zal zich ook wel afvragen hoe het hier in het Schwarzwald met mij gaat. Maar waar is mijn oplader en mijn mobiel? Jurgen's moeder keek op. 'Zoek je iets? Hier, bij het opruimen van de smerige modderkleren kwam dit uit je schortzak tevoorschijn.' Ze legde een wit snoer met een smal stekkertje op tafel. 'O, gelukkig, dankuwel', zei ik meteen. 'Mijn mobiel zit in mijn tasje en ik zal 'm even aan de oplader leggen. Hebben jullie hier ergens een stopcontact met 230V?' 'Denk je dat we hier van de beschaafde wereld afgesloten zijn? Nee toch? zei ze. 'Natuurlijk hebben wij hier elektriciteit. Het is hier geen Wit-Rusland.' Tja , dat was wel waar, dacht ik. Het gaat hier allemaal wel anders dan thuis, maar tot nog toe is het leuk. Mijn eerste stagedag is nog maar nauwelijks om en kijk eens wat ik sinds eind van de ochtend, toen ik hier met de trein aankwam, allemaal al heb meegemaakt. Ik dacht aan het huisje van Hermann, de ontmoeting met Jurgen, de rit door het bos, de valpartijen op het donkere bospad en mijn aankomst hier in het ouderlijk huis van Jurgen. Tsjonge, wie zou dat nu allemaal bedacht kunnen hebben...
Jurgens moeder had de koffie ingeschonken en ik hapte van de heerlijke Schwarzwalder kirschtorte. Dat was in ieder geval een prima goedmaker om van de schrik te bekomen.
'Die nachtjapon is nog van mijn nichtje Monica geweest', zei Jurgen's moeder, terwijl ze naar mij keek. 'Hij past je prima.' Ik keek eens naar mijn benen en knieën, maar hij was wel flink doorschijnend. Nou ja, het was toch bijna donker en straks in bed, ziet niemand het meer dat ik er niets onder aan heb.

'Ik had zo bedacht dat jullie maar het grote bed in de logeerkamer moeten gebruiken', zei Jurgen's moeder'. 'Het bed op Jurgen's kamer heb ik net vanmiddag afgehaald en zo laat op de avond ga ik niet meer aan de slag.' Dat leek mij wel een plausibel argument en ik had er helemaal geen bezwaar tegen om samen met Jurgen onder de wol te kruipen. 'Als Esmée nu eerst gaat tandenpoetsen en er aan de rechterkant inkruipt, dan kan Jurgen er straks aan de andere kant instappen. Jullie zullen vast wel meteen in slaap vallen, na zo'n enerverende dag.' Nou, Jurgen's moeder dacht er allemaal wel heel simpel over, mijmerde ik bij mijzelf. Kennelijk nemen ze het hier in het Schwarzwald niet zo nauw met het rangschikken van slaapplekken.
Ze zette drie kleine borrelglaasjes op tafel. 'Nog ein starker Schnaps Auflösung' ,zei ze. Ja, zeg dat wel, nog een sterke borrel tot besluit. Daar wil je wel op wegdommelen. Ze pakte een grote vierkante fles en schonk de drie glaasjes tot het randje vol. Ik moet eerlijk zeggen, dat smaakte prima. Het leek wel wat op Beerenburg, maar dan met kruiden erin. Ik zei 'Welterusten' en verdween naar de logeerkamer. Ik zag Jurgen aanstalten maken om mij achterna te komen.

Ik lag onder het dekbed in het bed op de logeerkamer. Het licht had ik uitgedaan en toen ging de deur zachtjes open. Jurgen stapte in zijn blauwe pyama aan de andere kant van het bed onder het dekbed. Hij schoof wat met zijn voeten en ik stak mijn linkerhand uit. 'Ik ben nog wakker Jurgen', zei ik. 'Vind je het niet erg, om samen in dit logeerbed te liggen? Kun je een beetje stil liggen, hihihi?' Ik grinnikte en gaf hem een zacht porretje in zijn zij. 'Nein, liebe Esmée', antwoordde hij, 'maar zoiets heb ik nog niet eerder gedaan, met een meisje samen in één bed.'  'Dat geeft niet hoor, zei ik, 'ik maak je wel wat wegwijs in het donker'. Opeens dacht ik aan was hij 's middags bij het huisje van Hermann had uitgeroepen. 'Oh meine liebe, was bist du hubsch, Geil', riep hij toen uit. 'Je kunt zeker wedijveren met de meisjes uit het dorp' . Nou, wedijveren, dat hoefde ik niet. Er waren hier geen andere meisjes, dus Jurgen had niets anders omhanden. Mijn hand ging naar beneden, over zijn buik en ik vond de rand van zijn pyjamabroek. O, dort ist deine Pfinkelman', fluisterde ik zachtjes. Jurgen stribbelde niet tegen. Ik schoof wat dichter tegen hem aan en knoopte zijn pyjamajasje los. Het is heus geen straf om hier samen met Jurgen te zijn, dacht ik. Met mijn hand pakte ik zijn 'kruideniersuitrusting' beet en wreef wat heen en weer. Ik voelde de 'kleine boskabouter' omhoog komen en ik trok Jurgen naar mij toe. Mijn linkerborst kwam nu tegen zijn lijf aan en hij moest mijn versnelde ademhaling haast wel horen. Jurgen werd opeens wat actiever en kroop ook wat dichter naar mij. Mijn lippen drukte ik tegen de zijne. 'Wil de kleine pfinkelman wel op ontdekkingstocht' vroeg ik zachtjes, maar Jurgen gaf geen antwoord. Automatisch deed ik mijn benen wat uit elkaar en wreef met mijn rechtervoet over zijn knie.Hij had vast allang gevoeld dat ik de roze nachtjapon niet meer aanhad en 'schoon aan de haak' tegen hem aanlag. 'Mmmm', dacht ik, 'Het Schwarzwald is in sommige opzichten zo gek nog niet. Als het buiten druilerig is, kun je je binnen goed vermaken'. Jurgen schoof met zijn lijf wat naar beneden en opeens merkte ik dat ....

Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 9 (volgt binnenkort)
___________________________________
© Matti, 29 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.
* Pfinkelman = door mijzelf bedacht woord, bestaat niet in het Duits. Vond het wel leuk klinken.
Wel: Pinkeln = plassen


dinsdag 21 januari 2014

357B. Moraalridders

Mijn echtgenoot is boos. Sterker nog: helemaal pissig. Nee, gelukig niet op mij, maar op de mensen die achter Facebook zitten. 'Hier begrijp ik helemaal niets van', riep hij en met een klap gooide hij zijn laptop dicht.'Wat een stelletje hypocriete moraalridders' zei hij vervolgens. Hij stond kwaad op, liep naar de halkast, waar onze wijnvoorrraad staat en trok een fles Merlot voor de dag.'Ze weten het verschil niet eens tussen kunst en pornografie. Ze moeten niet alles over één kam scheren', riep hij
pruttelend voor zich uit.'Het wordt tijd dat ze daar eens met beide benen op de grond gaan staan. We leven toch niet in de vorige eeuw.' Zo mopperde hij nog even door. 'Wat is er aan de hand, schat', vroeg ik hem. Je raakt nog helemaal overstuur'. 'Moet je kijken', riep hij. Hij deed zijn laptop weer open, zocht even in zijn bestanden en toen kwam deze foto tevoorschijn (zie foto links). 'Dit is toch prachtig. En die is nog niet eens van mij. Ze weten het verschil niet tussen esthetisch naakt, glamourfotografie, creatieve fotografie, erotiek, sensuele fotografie en porno. Pornografie, dat laatste, daar wil ik niets mee van doen hebben. Dit zijn gewoon een paar blote billen. Deze foto van Coigny hebben ze verwijderd en ook een foto van Alfred Cheney Johnson.'
'Je hebt toch nog genoeg foto's over?, vroeg ik retorisch.
"Het is toch te gek voor woorden',
ging Wouter verontwaardigd verder. 'Een belediging voor gerenommeerde fotografen. Bovendien is Johnston allang dood. Als het zo doorgaat mag je alleen nog maar plaatjes van bloemen, bomen en vogeltjes plaatsen'  Wouter werd er helemaal cynisch van. 'Kijk uit hoor, een naaktslak', zei hij.
Wat is er aan de hand? Net als ik heeft Wouter een facebookaccount en zijn grootste hobby is fotografie. Geregeld zet hij dan ook foto's -soms van beroemde fotografen - op zijn Facebookpagina in één van zijn fotomapjes. Daar is niets mis mee. Ik weet ook dat hij sommige modellen voor de lens heeft, die heel wat meer laten zien, dan op deze foto hiernaast. Hij gaat er met voorzichtigheid en gepaste discretie mee om. Ook op zijn fotoclub zijn af en toe sessies met modellen, portretfotografie, maar ook met aantrekkelijke dames. Daar gelden strikte afspraken, dat er niemand fysiek wordt aangeraakt, ze kijken daar alleen door hun fotolens. Ik ben zelf eens naar zo'n avond meegeweest in de fotostudio en ik moet eerlijk zeggen dat het allemaal heel rustig en verantwoord gaat. Soms plaatst hij (vaak in mapjes alleen te zien voor vrienden en de modellen zelf) zijn mooiste fotowerk.Tenminste, tot gisterenavond. Want hij aarzelt nu om nog maar iets op Facebook te zetten. Het blijkt nu dat Facebook twee foto's verwijderd heeft (op de andere is een blote borst te zien) en hier de billen van een vrouw. Als ik er zo naar kijk, dan is er niets mis mee. Nog een mooie vrouw ook, maar dat kun je niet helemaal zien in de spiegel. Ze is van achteren gefotografeerd in haar nachtjapon. Echt een plaatje dat -volgens mijn echtgenoot- fotografisch prachtig en esthetisch is. Bovendien, zo zegt hij 'klopt alles'. De verhoudingen, de lichtval, de toning, de uitsnede, het model. Ik heb er geen verstand van (maar ik citeer hem) en ik geloof hem direct. Persoonlijk vind ik het wel jammer dat haar benen er niet helemaal opstaan, maar volgens Wouter hoort dat zo 'uit fotografisch oogpunt'. Nu heeft hij een reprimande gekregen van de mensen van Facebook en hij werd erop geattendeerd dat 'aanstootgevende foto's' en 'werken van 'pornografische aard' niet mogen worden gepubliceerd op Facebook.Waar Wouter zich het meest druk om maakt is dat er nu gedreigd wordt dat zijn Facebookaccount zal worden geblokkeerd, als het nog eens gebeurt.
Hij bleef nog even mopperend voor zich uit zitten 'prevelen' en zat ondertussen driftig op Internet te zoeken. 'Dit is gewoon belachelijk' zei hij'. 'Ze beledigen niet mij, maar Coigny en Johnson'. Bovendien staan ze allebei, inclusief hun werk, op Wikipedia. ook op de Amerikaanse websites in dat preutse Amerika'.
'Maak je toch niet zo druk, Wouter', zei ik en ik ging naast hem zitten en legde mijn arm om zijn schouder. 'Jij bent mijn eigen moraalridder.' Meteen gaf ik hem een zoen op zijn wang en daar verscheen zowaar weer een glimlach. Áls je dan toch opgewonden raakt, word dat dan van mij, zei ik en drukte mij tegen hem aan. Dat hielp, want ik voelde zijn hand over mijn rug strijken en hij beantwoorde mijn aandacht met een innige kus. Zijn hand voelde ik onder mijn topje. 'Pas op hoor, moraalridder', zei ik, 'zometeen komt er een blote borst tevoorschijn en dat kun je miet maken'. Wouter grinnikte, fluisterde wat woordjes zacht in mijn linkeroor en maakte geen aanstalten om te stoppen, sterker nog ...

We gaan vandeweek nog wel eens al Wouter's foto's op Facebook bekijken en afschermen wat volgens Facebook 'niet hoort'. Volgens mij staan er geen onbetamelijke foto's op.
Eigenlijk ben ik het wel met hem eens. Er staan zat pagina's op andere Facebooksites (ook elders op internet) die allerlei dames in schaars gehulde lingerie, bikini's en zelfs zonder lingerie tonen. Dat tolereert Facebook wel en foto's uit de vorige eeuw blijken dus nu 'aan twijfel onderhevig'.

Voor de volledigheid plaats ik hieronder ook de externe links naar de websites die Wouter mij liet zien.Christian Coigny woont en werkt in de buurt van Lausanne, bij het meer van Geneve. Hij maakte internationaal carrière in de fotografie.
Alfred Cheney Johnson is volgens Wouter ook beroemd, een glamourfotograaf. Bij het portretteren van de revuedanseressen, de Ziegfeld-girls, toonde hij zich vaardig in het suggereren van naakt, vooral door gebruik te maken van de drapage-technieken. Op Wikipedia staan - inderdaad - ook enkele  foto's van schaars geklede dames Uit 1920 en 1930 wel te verstaan.  Toen misschien gewaagd, maar wie schrikt er tegenwoordig -anno 2014 - nog van een blote borst?.Wellicht loopt Facebook zo'n 90 jaar achter. Ik geef mijn 'hubby' nog gelijk ook. Het zijn moraalridders.

P.S. De foto van de dame bij de wasbak van Coigny en de foto van  Ava Land van Johnson uit 1921 (hierboven) staan hier gewoon op mijn Blogger-account. Ik zal ze maar niet op Facebook zetten, want dan word ik misschien ook wel verwijderd.


© Matti, 21 januari 2014.
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.
Externe links:
http://www.christiancoigny.com/artwork-portfolio/43-men-women/image/#467
http://en.wikipedia.org/wiki/Alfred_Cheney_Johnston 

vrijdag 17 januari 2014

357. Schwarzwalder Erfahrungen (7)

Vervolg van 356. Schwarzwalder Erfahrungen (6)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]


Het bospad was er erg modderig en na drie stappen struikelde ik en gleed weg in en modderplas. 'Help Jurgen', riep ik, maar Jurgen was ook uitgegleden. Daar lagen we dan. Ik probeerde overeind te krabbelen toen mijn rechterklomp achter een boomwortel bleef steken. Mijn voet schoot uit in dezelfde modderplas. O, wat een narigheid. Met mijn rechterhand wurmde ik de klomp los onder de boomwortel vandaan. Met een ruk schoot hij opeens los en ik verloor mijn evenwicht, zodat ik languit voorover viel. Het was behoorlijk donker, dus ik kon niet zien hoe groot de schade was.
Jurgen was inmiddels ook overeind gekrabbeld en stak een hand toe. Ik voelde meteen dat mijn rokje met het molentegelmotief helemaal smerig was geworden en ook mijn witte blousje zag eruit alsof een mijnwerker hem zes weken als een dweil had gebruikt. De tranen stonden mij nader dan het lachen. Ik had mij verheugd op een gezellige avond en misschien nog wel even twee uurtjes daarna samen met Jurgen in bed. Ik had speciaal mijn zwarte string aangetrokken, maar ik merkte tot mijn schrik dat die ook helemal doorweekt was door het spartelen op de vochtige bosgrond. Jurgen stond naar mij te kijken en zei; 'Esmèe, Wir gehen schnell nach Hause und entfernen sofort die schmutzigen Schlamm. Ja, als we maar zo snel mogelijk die smerige modder kwijt waren. Hij gaf mij een hand en trok mij mee over het bospad. Voor mijn gevoel liepen we richting het oosten. Het was zeker 20 minuten strompelen en we gingen stap voor stap verder. Onderweg, gleed ik nog een keer uit en kreeg ook een zwiepende dennentak tegen mijn hoofd. Ik klampte mij vast aan Jurgen en het leek wel een eeuwigheid te duren voordat we dat smalle bospad verlaten hadden. Het bos werd al wat minder dicht.

Eindelijk zagen we een weg en het licht van een lantaarnpaal. Eenmaal daar weer op de verharde ondergrond bleven we even staan en Jurgen begon hartelijk te lachen. 'Je ziet er uit als een havenarbeider, Esmee, zo kunnen we niet naar de heimatabend. Hij probeerde een kluit met vochtige bosgrond van mijn blouse af te vegen, maar ik had het idee dat het erger werd. Het wrijven over mijn blouse vond ik niet erg, want ik drukte mijn borsten nog wat steviger tegen hem aan en wreef hem over zijn beide armen. O, wat zijn mannen toch eigenlijk makkelijk te verleiden, dacht ik bij mijzelf en ik trok mijn blousje nog wat verder naar beneden, zodat hij goed kon zien dat ik helemaal gezond was. Mijn outfit deed zeker niet onder voor de dirndltragt. Het had de nodige uitwerking op Jurgen,
want opeens gaf hij mij een zoen en zijn rechterhand gleed van mijn schouder en bleef op mijn linkerborst rusten. Hij deed geen pogingen om zich van mij los te maken, integendeel. 'Zu hause', zei hij opeens en trok mij mee langs de doorgaande weg, richting het dorp.
Na acht minuten lopen zagen we de eerste contouren van de vakwerkhuisjes en we liepen twee straatjes door, langs Hotel-PensionSchwarzwaldblick, de slager, een souvenirwinkeltje. Opeens sloeg Jurgen rechtsaf

en wees naar voren. 'Unser Haus', zei hij en trok mij mee over een grintpad dat toegang gaf tot de voordeur. Eenmaal binnen zag ik pas hoe verschrikkelijk wij eruit zagen. Overal op onze kleding zaten zwarte vegen en moddervlekken. Het leek wel of Jurgen net gestopt was met een klopjacht op een stel wilde zwijnen. Hij zag er niet uit. Van boven riep een stem: 'Bist du da, Jurgen?'. Ik hoorde gestommel, van iemand die de trap afkwam. Dat moest zijn moeder zijn. Ze bleef even perplex staan en riep uit: 'Wat heb je nu weer gedaan? Heb je een ongeluk gehad?' 'Mutti, dit is Esmèe, de stagiaire van Hermann Waldbecker, de klokkenmaker.' De vrouuw keek even bedremmeld en stak mij aarzelend de hand toe. 'Wilkommen Esmèe' zei ze en ze knikte vriendelijk. 'We zijn gevallen in het bos, mutti', zei Jurgen meteen. 'het was zo donker dat we de modderplassen niet zagen. 'Maar waarom ben je niet met de auto gekomen?, vroeg zijn moeder. 'Ga je niet naar de heimatabend? Het feest is al een uur aan de gang'. Jurgen haalde zijn schouders op en zei: 'Och dat is een heel verhaal en de heimatabend moeten we maar laten schieten. Eerst douchen en schone kleding aan, maar...'  Hij keek mij ondertussen bedremmeld aan. 'Ik weet niet of we hier schone meisjeskleding hebben'. O, daar heb ik wel een oplossing voor', zei zijn moeder, 'maar niet met die vieze modderschoenen en kleding door het huis lopen. Daarna om de beurt onder de douche, hup, opschieten.Trek hier alles maar uit en jij' - ze wees naar mij, 'jij kunt je hier wel in de kelder ontdoen van die vieze kleding. Ik kom zo met wat schone spullen' Daarna stevende ze weg naar achteren. Jurgen trok meteen in het halletje zijn overhemd uit, liet de breteils zakken en ook zijn broek zakte tot op zijn enkels. Daar stond hij dan in een donkergrijze boxershort met de broek op zijn enkels. Ik moest even grinniken, liep naar hem toe en zei: 'Och, Jurgen, dat maakt niets uit, ik heb wel meer jongens in een boxer gezien en zelfs zonder boxer, hihihi. Ik trok aan het bovenrandje van zijn boxer. Terwijl ik naar beneden keek, vroeg ik: 'Und was haben wir denn hier? Ist, dass die kleine Pfinkelman??? Met mijn hand wreef ik over de voorkant van zijn boxershort. Ik zag Jurgen blozen en vrijwel direct kwam ....




Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 8 (volgt binnenkort)

© Matti, 17 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

vrijdag 10 januari 2014

356. Schwarzwalder Erfahrungen (6)

Vervolg van 355. Schwarzwalder Erfahrungen (5)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]

Ik holde de trap op naar boven, stoof door de kamer van Hermann heen, naar de achterste kamer en toen bleef ik aarzelend op de drempel staan. Ik bedacht opeens dat ik dat ik mij natuurklijk wel passend moest kleden, als ik naar zo'n Heimatabend ging. Anders zou ik helemaal uit de toon vallen. Helaas bezit ik geen dirndljurk, maar ik had nog wel mijn schattige Hollandse rokje bij mij met het Molentegelmotief. In mijn andere tas zaten nog mijn klompen, die ik had meegenomen voor het geval dat ik door mulle bosgrond moest lopen. Het witte blousje met het lage decolleté zou zeker niet missstaan tussen de dirndljurken.

Het duurde niet lang of ik had mij omgekleed en in mijn 'uitgaanstenue' trippelde ik vliegensvlug weer de trap af naar beneden. Ik stak nog snel mijn moliel in het kleine tasje, want vast en zeker was er in het dorp weer bereik, zodat ik eindelijk mijn vriendin kon SMS-en. Ze zou wel op van de zenuwen zijn, want ze had de hele dag nog niets van mij gehoord. Misschien dacht ze wel dat ik gekidnapt was. Normaal hebben we altijd even vlug contact als we iets spannends ondernemen. Jurgen en Hermann stonden bij de tafel in het woongedeelte en toen Jurgen mij zag, slaakte hij een kreet van verrukking.

'Oh meine liebe, was bist du hubsch, Geil', riep hij uit. 'Je kunt zeker wedijveren met de meisjes uit het dorp', zei hij want dit is pas echt een 'oktoberfestkleidung'. 'Ík weet niet precies hoe laat het wordt, Herman', zei ik tegen de koekoeksklokkenmaker, 'maar kan ik vanavond wel naar binnen, als het over elven wordt?', vroeg ik. 'Nou, ik vermoed dat het eerder twaalf, één uur wordt, voordat het feest is afgelopen, merkte Hermann op. 'Het is nu de eerste avond van het feest en dat zal wel in de kleine uurtjes lopen. Er ligt altijd een sleutel van de voordeur rechtachter de regenton. Mocht het niet lukken om op tijd weer terug te keren, dan kun je misschien bij Karl und Anneliese, de ouders van Jurgen, blijven slapen. Zoiets is hier im Schwarzwald nooit een probleem'. 'Gut, we zien wel', zei ik, 'maar maak je niet ongerust, want ik wil er in ieder geval morgenochtend zijn om de koekoeksklokkenwerkplaats te bekijken'. Hermann knikte en Jurgen en ik stapten in de jeep. Het was inmiddels al bijna donker. Jurgen stuurde de jeep vakkundig langs het bospad. Het dorp was maar 12 km, dus met twintig minuten konden we er zijn. 'Dat vind ik erg leuk, Esnmèe, zie Jurgen, 'dat je met mij meegaat. Je zult zien dat het gezellig gaat worden en dat is veel leuker dan bij die ouwe eenzelvige klokkenmaker te blijven vanavond. Wat bezielt je eigenlijk om hier bij hem stage te gaan lopen? Hermann is soms een beetje verstrooid en hij komt één keer in de week naar het dorp om boodschappen te bestellen. Dan gaat hij nog een uurtje met wat vrienden naar de Stube om een pul bier te drinken en dan verdwijnt hij weer voor een week op zijn rammelende fiets naar zijn stek in het bos.' Jurgen keek mij aan en legde zijn rechterhand op mijn lkinkerbovenbeen. Langzaam voelde ik zijn hand aan de binnenkant van mijn dijbeen naar boven glijden en hij zei. 'Ja, Esmèe, wir mochten gerne noch etwass spass machen heuteabend.' Ik zag dat hij een wat onbetamelijke blik wierp op mijn witte blousje met het lage decolleté. Ik werd er helemaal warm van en ik wilde net tegen hem zeggen dat ik hem ook wel een leuke vent vond.

Opeens maakte de jeep een schuddende beweging en schoot met een ruk naar rechts.De auto was door een diepe plas gekomen en de rechterkant van de wagen schampte tegen een boom. Ó, mein Gott'riep Jurgen en een seconde later sloeg de motor af. Jurgen keek opeens even strak voor zich uit, sprog uit de auto en bekeek de schade 'Leider, zei hij, we hebben een lekke band en een deuk.Ook de motor is afgeslagen. Hij probeerde 'm weer te starten, maar helaas pindakaas. 'Wat moeten we nu?', riep ik angstig uit. 'Tja' zei Jurgen 'we zitten halverwege en ik weet niet hoe ik dit ding weer aan de praat moet krijgen. Er zit niets anders op dan dat we gaan lopen. Ik weet wel een korte weg door het bos, ongeveer 400 meter verderop.' We stapten uit de auto en liepen samen het kronkelende bospad af. Gelukkig, op het aangegeven punt liep inderdaad een pad naar links, maar het was aardedonker geworden. 'Kom maar mee, Esmèe', zei Jurgen en hij sloeg een arm om mij heen. Ik voelde zijn stevige lijf en kreeg weer wat moed. We haden nog geen 50 meter verder gelopen, toen ik opeens iets zachts onder mijn klompen voelde. Zoiets had ik natuurlijk op mijn klompen aan kunnen voelen, Het bospad was er erg modderig en na drie stappen struikelde ik en gleed weg in en modderplas. 'Help Jurgen', riep ik, maar Jurgen was ook uitgegleden. Daar lagen we dan. Ik probeerde overeind te krabbelen toen ....

Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 7 (volgt binnenkort)

© Matti, 10 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

maandag 6 januari 2014

355. Schwarzwalder Erfahrungen (5)

Vervolg van 354. Schwarzwalder Erfahrungen (4)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]
'Kom maar mee naar beneden', zei Waldbecker, dan steek ik de olielamp 'boven de tafel aan'.
Hij draaide zich om en ik volgde hem de trap af naar beneden. Ik had bijna de laatste trede bereikt toen ik opeens een doordringend geluid hoorde van een autoclaxon, die wel drie of vier keer achter elkaar afging. Walkbecker keek door het raampje naar buiten en ik stapte de laatste traptrede af.

Buiten riep er een mannenstem: 'Hallo Hermann, bist du da?'. Op het zandpaadje, net voor het huisje van Hermann, stond een soort Jeep met de lichten volop aan. Ze schenen recht door de voorruit van het boshuisje naar binnen. Er stapte een jongen uit met een geruit rood overhemd en daaronder droeg hij een lange leren broek. Over het overhemd droeg hij breteils. hij liep op de voordeur af en Hermann liep door het halletje naar buiten. Ik liep nieuwsgierig door tot vlak achter het raam en ik zag dat de jongen flink stond te gebaren naar de jeep. Wat moest die hier doen?, dacht ik. Hermann kwam weer naar binnen en zei: 'Dat is Jurgen, die jongen van de kruidenier.' Ik keek nog een extra goed door het raampje naar buiten en zag dat die jongen, Jurgen heette hij dus, een grote doos met spullen uit de achterbak van de Jeep tilde.

Hij leek best wel sterk en hij zag en met zijn zwarte koppie en guitige blik wel aantrekkelijk uit."Daar zou ik best wel eens een beschuitje mee willen eten', dacht ik meteen. Wow, wat een vent. Jurgen kwam met een doos in zijn armen gedrukt richting het huisje gelopen. Hermann was al buiten en wees met een weids gebaar naar het huisje. Ik zag dat Jurgen de doos op de grond zette en tegen Hermann zei hij: 'Wat heb ik gehoord? Heb jij een jong blond meisje te logeren? Aus Holland? In het dorp gaan er geruchten dat ze er heel mooi uitziet en met een taxi hierheen is vertrokken.'Hermann keek achterom en ik dook snel naast de raamstijl aan de rechterkant weg.

'Ja, stimmt', zei Hermann, 'dat is Esmèe Grotendorst, een stagaire uit Holland die het koekoeksklokkenreparateusrvak wil leren', antwoordde hij. 'Ze blijft hier drie weken en is net vanmiddag pas aangekomen'.
Daar kwam Jurgen aangelopen en ik haaste mij naar het halletje. Ik zag hem met een doos vol kruidenierswaren met een paar passen mijn kant opkomen. Hermann, die nog buiten stond vroeg hem: 'heb je ook de koffie en wasmiddelen meegenomen, Jurgen? Jurgen liep terug naar de jeep en zei: 'Ik heb drie grote dozen vol met spullen, die je besteld hebt, ook de oude kaas, bier, potten jam, 1,5 Volt-batterijen en een stoffer en blik'. Herman tilde een andere doos uit de achterbak van de jeep. Jurgen pakte ook zijn doos weer op en zei: 'De jongens in het dorp willen ook wel eens kennismaken met jouw leerling Hermann. Je gaat je toch niet een tijd opsluiten met die meid?' Toen kwamen Hermann en Jurgen, allebei met een doos levensmiddelen, weer naar het huisje toegelopen. Ik ging in het halletje staan, zodat hij langs mij moest, als hij naar binnen kwam. Ik strekte mijn lijf en stak mijn borsten wat naar voren. Er was niet veel ruimte meer tussen het hertengewei en mij. Ik genoot er altijd van als de jongens dicht tegen mij aan kwamen staan en toen ik Jurgen zag, raakte ik er zelfs een beetje opgewonden van. Jurgen wurmde zich een weg naar binnen. Ik voelde zijn lijf langs het mijne schuren en ik kreeg zelfs het idee dat hij begon te blozen. 'Hallo' zei ik. Jurgen zette snel de doos spullen neer en zei: 'Gutentag, es ist ein Vergnügen, Sie zu treffen. Du bist Esmèe und sprechen Sie auch Deutsch? Ja, dat klopt', zei ik in mijn beste Duits, 'ik heet Esmèe en ach ja, ik kan mij wel een beetje redden met Duits.'

Opeens besefte ik mij dat ik nog met de broek van Hermann in mijn handen stond. Wat zou Jurgen wel niet denken? Ik zag dat hij ernaar keek. Ík moet nog even de laatste doos ophalen, zei Jurgen en hij schoot weer naar buiten. Ik legde de broek van Hermann op een hoek van de tafel en zei: ik kan die twee knopen er nu meteen wel even aanzetten.' Ik haalde een draad en een naald uit het de kleine kartonnen doos, zocht er twee passende knopen bij en ging op de rieten stoel bij het raam zitten. Die twee knopen aanzetten was een fluitje van een cent. Terwijl ik nog bezig was, kwam Jurgen weer binnen met de derde bevoorradingsdoos. 'Drink je een kop koffie mee, Jurgen, voordat je weer terug naar het dorp gaat?', vroeg Hermann. 'Dat sla ik niet af Hermann, dan kan ik ook nog even hier met jouw gaste praten.' Hij glimlachte naar mij en ik keek van dichtbij in zijn mooie reebruine ogen. Zo van dichtbij leek Jurgen nog aantrekkelijker. Ik zag dat hij mij van top tot teen zat te bekijken en zijn ogen bleven rusten op mijn boezem. Hij draaide snel zijn ogen weg, maar wij vrouwen voelen zoiets haarfijn aan. 'Du bist ein schönes Mädchen, Esmèe', zei hij (en weer bleef zijn blik op mijn borsten steken) Jurgen vervolgde met te vertellen dat hij bij zijn vader in de kruidenierszaak werkte en bestellingen rondbracht. Hij zat in het laatste jaar van één of andere Fachschule. Ik keek ondertussen ook naar Jurgen en ik moet eerlijk zeggen: hij had een prachtig gestroomlijnd lijf.

Terwijl hij een slok nam van de koffie die Hermann voor hem ingeschonken had, zei hij: 'Hermann, ga jij vanavond ook nog naar de Heimatabend? Iedereen wordt verwacht. Het is de openingsavond van het Octoberfest en de burgemeester zal het eerste vat bier aanboren. Er is muziek van de Dorfesterblaskapelle, er wordt gedanst en de meisjes zien er allemaal verleidelijk uit in hun Dirndltragt. O, misschien vind jij het ook wel leuk om mee te gaan, Esmèe', vervolgde hij, 'want volgens mij kunnen die koekoeksklokken nog wel even wachten.' Ik keek naar Hermann, maar hij schudde van nee. 'Ach nein', zei Hermann, 'ik was niet van plan om te gaan, maar als Esmèe wil, mag zij wel meegaan. Alleen, hoe komt ze hier weer terug? Het feest is vast laat afgelopen.' Jurgen sprong op en zei: 'O, maak je geen zorgen Hermann, ik kan haar vanavond hier weer terugbrengen met de auto' en hij wees naar de jeep buiten. Hij keek mij aan en vroeg: 'Wat vind je Esmèe, lijkt het je leuk om een echte Schwarzwalder festabend mee te maken? Ik zal je wel introduceren bij mijn vrienden en je zult het vast leuk vinden.' 'Ja, prima' zei ik en ik dacht ondertussen: Ja dat lijkt me wel om met zo'n spetter te gaan stappen, beter dan hier in een boshut bij een oude man te zitten. 'Ik moet mij even opfrissen en omkleden' zei ik, 'een paar minuten geduld'. Ik holde de trap op naar boven, stoof door de kamer van Hermann heen, naar de achterste kamer en toen bleef ik aarzelend op de drempel staan. Ik bedacht opeens dat ....

Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 6 (volgt binnenkort)

© Matti, 7 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.