donderdag 14 augustus 2008

128. Het Genootschap van de Ganzeveer

Een teken aan de wand...

De regen kletterde voortdurend neer in de haast uitgestorven Hugo de Grootstraat. Wie niet voor zijn werk of een andere belangrijke bezigheid buiten moest vertoeven, kon zijn heil beter thuis op de knusse bank zoeken. Die gestaag vallende pijpestelen nodigden niet bepaald uit tot vermaak buiten de deur. Het was bar en boos. Dat was wel eens vaker zo half augustus. Een storende onderbreking in een stabiele zomertijd, leek het wel.

Het was in de middag van zondag 17 augustus. In Brasserie 'De Vooruitgang' zaten twee dames aan een hoek van de statige bar ongedurig te wachten. Je kon merken dat ze flink zenuwachtig waren.
Hoe lang hadden ze hier niet naar uitgekeken? Deze middag was de bekroning, de lang verwachte chapeau van een zinderend selectieproces. De wandklok in het etablissement wees twee minuten over half drie. Vanmiddag, nee, over een klein half uur al, zou de bijeenkomst met hun selecte gezelschap beginnen. De schrijvers in spé, door hen uitgenodigd om een feestelijke borrel te komen drinken op hun gezamelijk succes. Zeker, die kleine overwinning mochten ze best vieren. KOMMA, de bundeling verrassende weblogs op Beheeve, het lezersnetwerk. Een scala aan lang verholen schrijfproducten kon nu eindelijk het licht zien. Hoe lang hadden ze er niet naar uitgekeken, herhaaldelijk over gepubliceerd en zorgvuldig met de schrijvers de nodige voorbereidingen getroffen? Dit was hun middag... Nee, zo mochten ze eigenlijk niet denken. Het was 'de middag' voor de debutanten. De meewerkende auteurs moesten in het zonnetje staan. Zouden ze allemaal komen Serena?, vroeg de oudere van het tweetal. Ze keek haar compane met een wat onzekere blik aan. 'Ze zijn allemaal uitgenodigd hoor, Henriëtte. Alleen van Bas en Simone weet ik dat ze verhinderd zijn, maar de rest, dat moeten we afwachten. Eveline is net gisteren terug gekomen van vakantie en die heeft me gemaild dat ze er zeker bij zal zijn. We hebben niks afgesproken over de onkosten, hè', ging ze al ratelend verder, want Eduard wil zijn treinkaartje declareren. 'Wat kinderachtig', mompelde haar metgezelle. Krijgen ze een prominente plek in KOMMA en dan zaniken ze over elke jota en tittel.' 'Het is een uiteenlopend gezelschap nietwaar', antwoordde Serena. Zal ik er nog maar één inschenken, dames, vroeg Leo, de uitbater, tevens enige barman. Hij wees uitnodigend op de fles port die naast hem op de tapkast stond. Een oppepper kan geen kwaad hoor, voegde hij er schertsend aan toe. 'en hij is verduveld lekker, als ik dat mag zeggen. 'Vooruit dan maar', zei de jongste van de twee laten we ons nog maar wat moed indrinken en ze schoof haar glas gretig naar hem toe. Heb je het eindproduct al gezien? vroeg ze aan Henriëtte, haar partner in crime. Nee, ik ben ontzettend benieuwd. Herman Dralen van uitgeverij Fiasco neemt straks de eerste doos exemplaren mee. Als het goed is, zijn ze gisteren van de pers gerold, gebrocheerd en gelijmd. Een eerste stapel zouden ze vanmorgen op maat snijden en dan hebben we ze zometeen, vers van de pers zeg maar hè. Alle aanwezigen krijgen vanmiddag hun eigen exemplaar'. Henriëtte glimlachte breed bij deze explicatie. 'Nu maar hopen dat het een beetje in de smaak valt en dat het verkoopt', voegde Serena er somber aan toe. Bundels schijnen over het algemeen niet zo te lopen.' O, maak je geen zorgen, meid, de overige blogs van hun hand zijn gretig gelezen. Ook Charles Bravour, de directeur/eigenaar van de uitgeverij heeft er alle vertrouwen in hoor, reciteerde Henriëtte. 'In het begin zullen ze er even aan moeten trekken, maar als er eenmaal recenties komen, dan gaat het vaak als een speer.' Zeg, hebben we eigenlijk afgesproken wie er nog een verhaaltje schrijft over vanmiddag, een soort verslag, dat zou leuk zijn voor de bloglezers op Beheeve.
Ach meid, maak je toch geen zorgen, dan onderschat je onze club toch ernstig, dat gaat gewoon vanzelf. Als ze er eenmaal de schwoem in krijgen, schrijven ze allemaal wel wat. Ze kunnen het toch niet laten.
Het zijn wel uiteenlopende figuren hè,
merkte Serena op. Heb jij trouwens Kaketoe al eens ontmoet, je weet wel die met dat merkwaardige profiel. Hij heeft zo'n grote snavel'. 'Ja, en een bijzonder treffende en scherpe pen, daarom ben ik zo blij met hem. Als ie in real life maar niet zo'n grote bek heeft, want daar is niemand bij gebaat. Maak er toch geen punt van, sommigen zijn één groot vraagteken, laat ik dat wel even onderstrepen.' 'Nou dan laten we hem toch meteen weten dat ie zijn mond moet houden.' 'Dames, dames toch', merkte Leo vanachter de bar op. Hij had al een tijdje van dichtbij naar de conversatie staan luisteren. 'Als ik het zo hoor, dan gaat het om een schrijversbijeenkomst, zei hij geveinsd belangstellend. 'Die lui zijn meestal zo introvert als een onuitgegroeide limoen. Daarom schrijven ze juist ze willen hun ei kwijt, als ik zo vrij mag zijn. Met een ruk draaide Henriëtte zich om naar de bar. Introvert? Nou ik schaar mijzelf ook onder de schrijvende eloquenten, beste man, en ik laat me niet zomaar in een hokje duwen. O sorry mevrouw, verontschuldige Leo zich. Zo had ik het niet bedoeld hoor. Ik wist helemaal niet dat u ook een soort schrijfster was. Meer een organisatie-type, dacht ik. Dat was u toch die ik drie weken terug aan de telefoon had om de kleine zaal te reserveren? Henriëtte leek wat aangebrand en vinnig zei ze: U moet zich nooit verkijken op de kwaliteiten van anderen. Sommige mensen hebben meer dan voldoende capaciteit om een aantal talenten in zich verborgen te houden, weet u. Triomfantelijk keek ze naar Serena met een blik van: 'zo, die hebben we weer mooi op zijn nummer gezet'. Snel pakte ze haar glas op en met een zwaai goot ze de resterende port uit het glaasje in haar keel. Laten we alvast maar naar de zaal gaan, Serena, zei ze resoluut, dan kunnen we iedereen keurig en hartelijk ontvangen. Tien over half drie, zei ze met en blik op haar horloge. Mooi op tijd. O, ja, riep ze over haar schouder. U zorgt toch wel dat stipt drie uur de koffie wordt geserveerd hè. Hij is al klaar mevrouw, zei Leo en wees naar de glimmende ronde warmhouder achter hem.

Goeiemiddag, is hier de bijeenkomst van KOMMA?, vroeg een pittige in eigentijdse spijkerstof gehulde meid, die een minuut later opeens op de drempel van het zaaltje stond. Hey Magda, wat mooi dat je er al bent. Hier heb je lang naar uitgekeken zeker? Wij ook hoor, voegde Henriëtte er lachend aan toe. Ben je blij met plek in KOMMA, tussen twee haakjes? Ik ben erg in mijn sas met jouw bijdrage. Je hebt zo'n vlotte en schertsende pen, levensverhalen uit de eerste hand. Henriëtte heeft jouw verhaal als tweede hoofdstukje geplaatst, vulde Serena aan.Ja hoor, lachte Magda verlegen. ik had nooit gedacht dat mijn schrijfwerk het nog eens zover zou brengen. Ik schrijf gewoon voor de lol hoor, ik ben geen beroeps, zei ze weifelend. Ach kom, dat is valse bescheidenheid, meid. Je blogs zijn pretentieus. Weer heel anders dan de politiek getinte epistels van Gijsbert.
Ze steken uit boven de middelmaat en diverse van je verhalen zijn door het team van Beheeve geselecteerd voor de rubriek 'OPLICHTEND'. Ruim twee miljoen potentiële lezers aan je voeten...
Ach,
zei Magda, het is maar hoe je het bekijkt hè, ik vind het wel grappig als ze mijn verhalen lezen, maar ik hoef er de kost gelukkig niet mee te verdienen.
De kids heb ik vanmiddag bij de buurvrouw gedropt en daar mogen ze ook blijven eten vanavond. Ze vinden het wel leuk dat hun mamma gepubliceerd wordt, al begrijpen ze er de helft niet van. "Mama heeft een boek geschreven' heeft ie zelfs al trots aan zijn vriendjes op school gezegd. Ik moet straks weer helemaal terug naar Oss.
Ga zitten meid, dan komt er zo koffie. De anderen zullen zo ook wel komen.
Ze moet naar het Paleis in Amsterdam om op te treden
, had ie geroepen. Ik moest 'm natuurlijk wat corrigeren, want kinderen zetten alle verhoudingen in een magistraal perspectief. Zo gaat dat in kinderland nietwaar, jullie zijn toch ook jong geweest?
Hallo alledrie, klonk het opeens achter hen. Ze keken direct achterom naar de man die op de drempel van het zaaltje stond. Frits, wat mooi dat je gekomen bent, zei Serena, terwijl ze opstond om de statige grijze heer een hand te geven.'Nu kan de rest jou ook eens 'in real life' ontmoeten', voegde ze er achteraan.
Kom verder. 'Het Genootschap van de Ganzeveer', hebben we het maar gekscherend genoemd. Ja, zeg dat wel, een bonte schrijversclub, dat zijn we, kakelbont' en hij glimlachte breeduit.
Terwijl hij bij Magda aan de tafel ging zitten, kwam even later nog een aantal mensen binnen. Het was een geanimeerd en gemoedelijk moment.
Beste mensen, nam Henriëtte opeens het woord. Het is bijna drie uur. We wachten alleen nog op Kaketoe, de Alter ego met de grote snavel, en dan zijn we compleet. 'Het Genootschap van de ganzeveer', heb ik ons clubje maar gedoopt. Dat past wel in de entourage. Ik ben erg blij dat jullie allemaal gekomen zijn voor de eerste uitgave van KOMMA. Het is voor jullie allemaal nog een vraagteken hoe het eruit zal zien, maar we schrijven vandaag geschiedenis, beste bloggers. Zometeen verwachten we Herman Dralen van Uitgeverij Fiasco met de eerste gedrukte exemplaren. Hij had er eigenlijk al moeten zijn. Ik zou het leuk vinden om jullie die persoonlijk te overhandigen en als jullie allemaal bij elkaar signeren, dan heb je een collectors item in bezit. Natuurlijk hebben we er hoge verwachtingen van, maar ons oog is zometeen natuurlijk gericht op de eerste doos KOMMA-bundels. Er komt ook een fotograaf voor een plaatje van ons allemaal bij elkaar. Dat is leuk voor Beheeve.

Toen de meeste mensen aan de tafeltjes onder het genot van de koffie met elkaar zaten te keuvelen, kwam een kleine, gedrongen dertiger de zaal binnen en liep meteen op Henriëtte af. Dat moet die Herman zijn, hoorde je iedereen denken. Hij boog zich voorover en fluisterde haar iets toe. Het gezicht van Henriëtte betrok en meteen stond ze op. Luister allemaal, zei ze met enige stemverheffing. Iedereen kon het trillen in haar stem horen. Haar angstige ogen verraadden meer dan ze zelf dacht. De anders zo krachtige vrouw leek even te wankelen. Ze keek Serena veelbetekenend aan. Die laatste trok wit weg. 'Ik heb helaaas een minder prettig bericht', sprak ze. 'Er is vertraging ontstaan bij de drukkerij. De KOMMA's zijn helaas nog niet klaar. Meneer Dralen zal jullie het één en ander toelichten'. Herman Dralen aarzelde geen moment. Hij stond op en spreidde zijn armen met een verontschuldigend gebaar.
'Ja, dames en heren, het spijt me heel erg. Het is één groot vraagteken. Gisteren is door een stroomstoring alles vastgelopen in de drukpers. Daarom hebben we deze gebeurtenis maar gekwalificeerd als een teken aan de wand in onze bedrijfsgeschiedenis.
Het is een grote ramp, een debâcle, haakte Henriëtte meteen in.
Dat verwoord ik toch goed zo hè, mijnheer Dralen?' wierp ze verwijtend in de richting van het gedrongen mannetje, die een schamper knikje liet zien op haar retorische vraag. 'Verder hebben we wat tegenvallers met de onkosten. Onze boekhouder wil er niet meer voor tekenen.
Zou het teveel gevraagd zijn als u allen een luttel bedrag, ik denk aan zo € 150,- per auteur, zou kunnen bijdragen? Dan zijn we samen in staat om op korte termijn nog één en ander te realiseren. Tevens wil ik jullie vragen om straks jullie extra consumpties bij de bar af te rekenen. De kop koffie is dan voor onze rekening, punt uit.
Henriëtte stond geïrriteerd op en wierp Herman een venijnige blik toe. Ze draaide zich snel om naar Serena en siste haar snijdend toe:
'Een letterbak is het. Ze keek furieus uit haar ogen. Tot het bijeen vergaarde gezelschap sprak ze opnieuw luid en duidelijk:
'Dit is een enorme tegenvaller, beste leden van 'De Ganzeveer'. Het ziet ernaar uit dat we voor vandaag maar een streep moeten zetten, als ik dat even mag aanhalen. Het feit dat Herman Dralen hier al zonder doos naar binnen kwam, vond ik al een veeg teken. Tussen haakjes: het ziet er naar uit dat we onze bijenkomst over drie weken opnieuw moeten plannen.
Het spijt me ten zeerste, maar voor vanmiddag moeten we er voor KOMMA een PUNT achter zetten ...



© Matti, 15 augustus 2008
geschreven met een ;)
** 15-08-2008 UITGELICHT **
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

127. Italiaanse droom (haiku)

Italië lonkt
ultieme droom van velen
heerlijk genieten



© Matti, 14 augustus 2008
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

woensdag 13 augustus 2008

Een reis met een staartje...

1. Op weg... [ geschreven door Napoléon ]

Dat was nog eens heerlijk ontspannen rijden, met zo’n aircondictioned bus naar Paris en de Loire, dacht hij aanvankelijk. Alle monumenten wilde hij zien, van de Eiffeltoren, Fontainebleau tot de Arc de Triomf, de kastelen langs de Loire en als het meezat een hele lange stop bij een wijnlandgoed. Het absolute en ultieme hoogtepunt was ongetwijfeld 'Le Chateau de Versailles'. Maar dat was pas op de terugreis. Nee dit was geen 'Disneylandreis', maar een special voor de liefhebbers. Maar wat waren dat allemaal voor lui die waren ingestapt? Het liep anders dan hij in gedachten had. Hoe je het ook wendde of keerde, zo'n lange rit maakte je so-wie-so murw. Niet twee uurtjes, maar allereerst een rit van meer dan zeven uur in dat ding. Hij had bovendien met deze cultuurreis de pech dat hij met een stelletje oversized geschiedenisleraren uit Utrecht in de bus zat. Toen hij eenmaal Parijs in het zicht had, was hij het stomme geleuter helemaal zat. Ze zaten nog niet bij Breda, of het was al begonnen. Oeverloos gezemel over een heel regiment Franse helden, de revolutie, quatorze juillet, de marseillaise, Marie Antoinette... Het voelde alsof hij geestelijk gemangeld was tussen stapels geschiedenisboeken. Van een beetje slapen was helemaal niets terecht gekomen. Hij had nog wel zo'n drukke periode op de zaak achter de rug en zo'n lange busrit was misschien wel een gelegenheid om te relaxen. Om de haverklap stootte de kerel naast 'm hem weer aan. [i]'Hee, weet je eigenlijk wel jochie wat die Marie Louise met die Nap had? O ja, de Zonnekoning heeft ook in Versailles gewoond, ben je daar van op de hoogte? Louis XIV, weet je..[/i] Hij had zijn schouders maar opgehaald. Net was hij weer een beetje ingedommeld, of hij kreeg weer een por. 'Waarom ga je eigenlijk met zo'n culturele reis mee, als je je niet goed voorbereidt, was het volgende item. 'Ken jij de Tuilerieën wel? Wist je dat die Napoléon ook naar Egypte is getrokken? De Franse revolutie, weet je eigenlijk nog wel wat de aanleiding was? Och wat kon hem de Franse revolutie schelen. Hij voerde zijn eigen revolutie: zo snel mogelijk bij dat stelletje gesjeesde historici vandaan.
Nadat hij een paar morrende antwoorden had gegeven, hield de Utrechtenaar het voor gezien. Hij hobbelde naar z'n kameraden achter in de bus en begon daar opnieuw een heel historisch exposé. Heel vaag hoorde hij de termen Waterloo, Route Napoléon en Le Grande Armée.

'Mag ik even naast je komen zitten?' Opeens stond ze daar. De rondborstige reisleidster van Unioncars. 'Jij hebt niet zoveel met geschiedenis hè, begrijp ik?. Waarom ga je dan met zo'n soort reis mee? Hij keek de lieftallige schoonheid eens aan en antwoordde bijna automatisch: 'Nee, ik kijk liever naar wat er vandaag de dag allemaal te voorschijn komt, had hij subtiel glimlachend geantwoord.
Doe je dit werk al lang? vroeg hij. 'Ach, na de Toeristische opleiding in Breda, wilde ik eens wat van Europa zien, dus die job bij Unioncars leek me wel wat. Meestal een dag of tien, dan rijden we weer naar huis en ben ik een paar dagen vrij.
Bij de volgende nodige plaspauze, stopte de bus bij een derderangs wegrestaurant. Na de sanitaire stop slenterde hij terug naar buiten en vooraan, bij het terras, daar zat ze, haast leek het of ze hem op zat te wachten. Opnieuw had hij oogcontact en een kort gesprek. Ze wenkte hem om naast haar te komen zitten. Ze pakte een sigaret uit het pakje dat hij haar voorhield. “Vind je die busreizen ook zo waanzinnig vervelend?”, vroeg ze hem. Ze stak de sigaret in haar mond en keek vragend naar zijn rechterhand waar hij zijn aansteker in vasthield. Hij gaf haar een vuurtje en antwoorde: “ik vind reizen in een touringcar ongeveer net zo leuk als een zenuwbehandeling bij de tandarts. Vooral met zo'n stelletje geschiedenisfanaten.
Wat doe jij eigenlijk op zo’n bus? Je kan toch beter meer verdienen op een leuk kantoor als receptioniste, of als adviseuze bij een reisbureau ofzo?
Ze nam een lange haal aan de sigaret en inhaleerde diep, ze keek opzij naar hem en hij zag dat ze twijfelde of ze het hem moest vertellen of niet. “Ik heb daar zo mijn redenen voor”, antwoorde ze ontwijkend. “Soms valt zo’n tiendaagse reis best mee, het hangt een beetje van de passagiers af die meerijden en hoe ze zich op de overnachtingslocaties gedragen”. Ze keek hem veelbetekenend aan. Na nog een stevige trek aan de sigaret voegde ze eraan toe: “ik doe dit inmiddels al twee en een halfjaar en het biedt me de mogelijkheid om veel van huis te zijn. Als ik thuis zit dan denk ik veel te veel na…”.
Ach je kent het wel, alle topics gaan we bij langs. Eerst Parijs, dan langs de Loire. Op de terugweg langs Versailles en nog een paar van die opgesmukte gebouwen.
Achter hen stond plotseling één van de twee chauffeurs en hij keek op zijn horloge. Hij wierp met een sierlijke boog zijn sigarettenpeuk weg. Het kwam midden in een bak met varens terecht. Nu maar hopen dat het niet zou gaan smeulen. Henk, de oudste chauffeur zei net voordat hij weer in de richting van de bus liep: “Melissa, roep iedereen maar weer terug. We gaan verder rijden...”.

Hij sliep nooit in touringcars. Het was altijd een beetje dommelen, maar was nu toch tot zijn verbazing bijna in slaap gevallen. Ze moesten nu net over de Franse grens zijn. Een tijd had hij zitten luisteren naar de achtergrondmuziek die Henk had opgezet, maar het deerde hem niet. De club Utrechtenaren, onder aanvoering van 'mister weetal' was weer heftig met elkaar in discussie achterin. Hij merkte dat er iemand tegen hem aan lag en opende voorzichtig zijn ogen. Hij keek bij wie de arm hoorde die over zijn buik lag en zag ook de blote voet in zijn knieholte.
Ze hadden eerst samen een uur gekeuveld, wat wetenswaardigheden en interesses uitgewisseld. Gellukkig, ze was ook niet vies van een goed glas wijn. Uiteindelijk had hij voorzichtig zijn rechterhand op haar schouder gelegd en ze had niet tegengestribbeld. 'Best een mooi wijf', dacht hij. Welke meid gaat nou groepen reislustigen rondleiden op zo'n cultuurtocht van tien dagen?

Er lag een been warm over het zijne heen. Hij herinnerde zich plotseling dat hij bij het instappen had opgemerkt: 'Hey Melissa, ik vind die overdreven museumgangers maar niks. Dat gezemel over Napoleon, Lodewijk en wie weet allemaal en hun liefjes. Kom gezellig naast me zitten' De jonge vrouw die half tegen hem aan lag was ook net wakker geworden en schrok een beetje toen ze merkte dat ze zo ongeveer in elkaar gevlochten zaten. Nee, van gezellig zitten was geen sprake meer. Ze had zich ten hem aan genesteld. Hij keek nog eens opzij. 'minimaal cuppie C', dacht hij. Ze glimlachte naar hem alsof ze betrapt was en zei slaperig: 'Hoe heet je eigenlijk?, dat had ik je nog niet gevraagd. Freek, zei hij. Okey dan Freek, zei ze. Ik mag je wel... en hij kon nog net een lichte glimlach om haar mondhoek ontdekken.....
-----------------------------------------

2. In de bus [ geschreven door Leeuwinnetje ]

Die glimlach vond hij uitnodigend om haar nog eens wat verder te bestuderen. Ze had haar ogen weer gesloten en leek weg te dommelen. Ze zag er goed verzorgd uit en natuurlijk wist hij ook wel dat dat bij haar vak zo hoorde. Een warm gevoel bekroop hem en hij kroop iets dichter tegen haar aan. Het leek hem ineens niet zo erg meer om met dit reisgezelschap mee te gaan, nu hij het zo goed kon vinden met Melissa.
Eerst was hij van plan geweest om de TGV te nemen. Maar op het laatst had hij zicht bedacht en twee weken voor zijn vakantie zou beginnen besloot hij dat hij maar weer eens een georganiseerde reis moest gaan doen. Gewoon, voor de cultuurgedachte en omdat het weer eens tijd werd om leuke mensen te ontmoeten. Hij was alleen vergeten dat je ook nog wel eens van die betwetertjes kon treffen op zo’n tripje. Maar goed, hij besloot zijn reis niet te laten domineren door galbakken als die oversized geschiedenisleraartjes daar achterin de bus, dus richtte hij zijn aandacht weer op die mooie Melissa. Eigenlijk treft hij het wel, zo’n dame als directe gezelschap. Hij vond het altijd al wel interessant als vrouwen zowel mooi zijn als intelligent.

Hij had zich voorgenomen om niet alle dagen aan de cultuurtripjes mee te doen die bij de reis in zaten. Sommige dingen zouden veel leuker zijn om alleen te bezoeken. Met dit gezelschap naar de Montmartre, de zo schitterend mooi hoog gelegen schilderswijk? Dát leek hem dus echt niet gezellig. Hij ging liever met Melissa. Tenminste, als ze vrij zou zijn en met hem mee zou willen, want dat wist hij nog helemaal niet.
Ach, wat lag hij hier nou eigenlijk vooruit te plannen? Het kwam zeker door die rose wolk waar hij op was gaan zitten. Hij ging even verliggen en net terwijl hij iets dichter tegen haar aan kroop, hoorde hij achter in de bus ineens een vreselijk kabaal…..

-----------------------------------------

[b]3. Dromer....... [/b] [ geschreven door Webcore ]

Het leraartje had zover onderuit gezakt gezeten dat hij van zijn stoel was gedonderd. Melissa was geschrokken van het kabaal en zat verstijfd rechtop. Verdomme dacht hij lag net zo lekker tegen haar aan. Een aantal reisgenoten bekommerde zich om de man. Hij had een brede lach op zijn gezicht, van alle aandacht. "SUKKEL!" Beiden hadden zij even over hun stoel gekeken. Maar Melissa bleef daarna rechtop zitten en had een boekje gepakt. Hij keek maar wat naar buiten en liet zijn gedachte door zijn eigen boek dwalen. Rustig bladerde hij de bladzijde in zijn hoofd door. De gedachte dat hij wat dagen zou kunnen door brengen met Melissa.......

Zijn gedachten kwamen uit in die boomgaard die hij op internet had bezocht. Zou het niet heerlijk zijn om met Melissa daar te picknikken en uren lang te vrijen. Even keek hij naar haar terwijl ze zat te lezen. Haar gezicht was vrijwel zonder make-up. Haar donkere haar met een gouden glans. Een dun zilveren kettinkje met medallion om haar hals, dat stond op een paar stevige smalle schouders. Hij sloot zijn ogen en proefde in gedachte haar lippen. Hoe zij hem beantwoorde met een innige zoen. Zij hem uitnodigde om met haar achterover in het gras te vallen. Zijn handen die door haar haren gingen. Dat zij samen......... Ineens stond Melissa op. Wat ga je doen? Ze legde een hand op zijn knie, we zijn er bijna. Hij zag hoe zij door de bus naar voren liep. Ze zag er niet goed uit, NEE ze zag er geweldig uit. Deze vrouw wilde hij beminnen......

Dames en heren, wij zijn aangekomen in Montmartre. Als u allen buiten de bus wilt wachten, dan krijgt u uw bagage.... Hij kwam als laatste uit de bus. Had naar haar blijven kijken. Hoe zij aanwijzingen gaf, en zijn reisgenoten verder hielp. Het hotel waar zij allen in zouden verblijven serveerde koffie en thee op een groot terras, met daarop kuipen beplant met grote blauwe regen..............
-----------------------------------------

[b]4. Een kamer te weinig[/b] [ geschreven door Tjerja-Dave ]

Koffie met een Franse slag, beter kon je de zwarte drab die door de maitre op het terras werd geserveerd niet omschrijven. Dat kon er ook nog wel bij. Daar zat hij dan, in zijn geliefde Parijs, met smerige koffie en een groep gefrustreerde geschiedenisleraren, die zijn stad waarschijnlijk alleen van de boekjes kent. Veel kabaal, maar bar weinig inhoud.

De enige met inhoud en impact was Melissa, zelfs veel meer dan dat, maar ze was in geen velden of wegen meer te bekennen. Hij stond op, negeerde enkele groepskreten over arrondissementen, de lichte kleur van de meeste Parijse woningen en de wijk Marais, om haar te gaan zoeken. Ze had warm en klam aangevoeld toen in de bus haar vingers zijn knie hadden beroerd. Onwennig nog liep hij het hotel binnen en daar stond ze, bij de receptie. Het was alsof ze zijn ogen voelde branden in haar rug, want precies op dat moment draaide ze zich om en keek hem diep aan. Diepblauwe ogen mooier dan tien miljoen regenbogen.

"Door Unioncars is er een kamer te weinig geboekt, dus jij slaapt bij mij!" Zijn hart sloeg twee keer over, maar Melissa leek er van te genieten. Ze lachte op dat moment zo gemeen en ondeugend tegelijk dat hij haar het liefst direct, daar in de hotellobby had gepakt, de kleren van haar lijf had gescheurd en...afijn. Soms is het beter helemaal geen vragen te stellen en bovendien was Melissa al weer weggebeend naar de rest van het gezelschap. Op deze manier zou hij wel veel van haar achterkant blijven zien, maar dat was geen straf. Verre van dat. Deze reisleidster was niet alleen zeker van haar zaak, ze was ook mooi en interessant om naar te kijken. Een samengesmolten versie van Parijs en Venetië......


-----------------------------------------
[b]5. Plannetje...[/b] [ geschreven door Vlinder ]

Melissa was tevreden over zichzelf. Ze vond deze man aantrekkelijk en hij leek naast prettig gezelschap wel in voor wat warmte en genegenheid. In eerste instantie had ze het gevoel gekregen dat deze reis nog wel eens lang kon duren met deze betweterige geschiedenismannetjes. Maar deze man had haar wat soelaas geboden en hij had dat in haar gevonden. Ze merkte dat hij haar meer dan interessant vond en dat bood perspectieven. Deze reis zou nog wel eens erg leuk kunnen worden. Per slot van rekening was zij zo weinig thuis met een reden maar dat betekende niet dat ze geen behoeften en verlangens had. Tijdens de rit had ze hem even uitgeprobeerd. Even voelen of wat ze over hem dacht klopte. Ze had zich heerlijk tegen hem aangevleid en gedaan alsof ze in slaap dommelde. Hij had daar dankbaar gebruik van gemaakt en in haar hoofd was ze al bezig met haar welbekende plannetje.

Aangekomen bij het hotel had ze de gasten op het terras achtergelaten en was ze naar de receptie gegaan om te checken of alles in orde was. Zoals wel vaker, als ze een leuke vent had gespot, boekte ze dat haar eigen kamer af. Met de hotels langs de route had ze al snel een deal getroffen waarbij ze bij aankomst liet weten of ze deze kamer wel of niet wenste te gebruiken.
Ze regelde hier dus dat ze hem niet nodig had en was tevreden over de reactie van hem toen ze mede deelde dat er te weinig kamers waren en hij dus bij haar sliep. Ze zag in zijn ogen vuur en vlam en het welbekende hitsige gedrag. Ze wilde hem nog even laten smeulen. Gewillige en smeulende mannen leverden over het algemeen goede seks op.

Eenmaal weer bij het gezelschap gevoegd vertelde ze de tijden van het ontbijt en vertrek voor de volgende morgen. Ze liet hen weten hoe laat het hotel haar deuren sloot en liet hen vrij te gaan waar ze maar wilde. Deze betweterige mannetjes weten zogenaamd alles te vinden, ik hoor daar morgen wel de verhalen van.

Eindelijk alleen met deze heerlijke vent keek ze hem zwoel aan. “Wat dacht je van een drankje in de bar en een etentje bij kaarslicht…”
-----------------------------------------
[b]Deel 6 Champagne[/b] [ Geschreven door Juno ]

Eigenlijk voelde hij zich uitgeput na de veel te lange reis en de ergernissen onderweg. Kaarslicht zou de vermoeide trekken rond zijn gelaat verdoezelen en als in antwoord op haar vraag pakte hij haar arm vast en nam haar -en een fles champagne- mee naar buiten.
“Ik heb nog nooit zo snel beet gehad”, dacht hij tevreden. “Ik heb nog nooit zo weinig hoeven uitgeven”, wist zij beslist.
Toch enigszins onwennig, het was ten slotte al enige tijd geleden sinds zijn laatste verovering als je dat al die titel mocht geven, dronk hij zichzelf moed in met de alcohol. Zij wist dat het nu zaak was nuchter te blijven en deed alsof ze gulzig uit de fles meedronk. Hij sprak over een romantisch restaurantje aan de Seine gelegen, waar hij haar mee naar toe wilde nemen, maar zij duwde hem met haar zachte heupen en hangend aan zijn lippen en armen een hele andere richting op. Hij was een gelukkig man en bezong, een Frans accent nabootsend, iedere stoeptegel die ze passeerden. Ondertussen beloofde hij haar dat ze ook in Parijs de top zou bereiken die ver boven het hoogste punt van de Eiffeltoren uitsteeg. Met een tong die dreef op bubbels beloofde hij haar gouden bergen.
Had hij geweten dat gouden bergen niet haar eindbestemming waren had hij zich nu niet als een God in Frankrijk gevoeld. Toen hij met zijn Melissa aan zijn zij een donker steegje insloeg was het laatste beeld voor zijn netvlies dat van een lange slanke man. Had hij het goed gezien en hadden de man en Melissa een blik van verstandhouding uitgewisseld? Zijn hoofd voelde zwaar en vochtig. Waar was hij. En belangrijker: Waar was Melissa?
Hij riep haar naam en hoorde de angstige echo door de smalle straten van Parijs kaatsen zonder beantwoord te worden.

Met zijn laatste krachten, die mensen in het nauw schijnen te bezitten, wist hij zich een weg terug naar het Hotel te banen. Na een koude douche stapte hij eenzaam in het bed van twijfelachtig formaat. De katoenen gordijnen zwierden door het open raam het Franse balkon op en wapperden als een witte vlag. Nog voor zijn hoofd het kussen raakte wist hij dat in het hier en nu geschiedenis werd geschreven…..

-----------------------------------------
[b]Deel 7[/b] [ Geschreven door Rengertje ]

[b]Deel 7 Gekneveld[/b]
In de verte hoorde hij zijn naam, langzaam deed hij zijn ogen open, en hoorde zich zelf zeggen mag het licht uit, want het leek wel of in zijn hoofd een kudde olifanten op hol geslagen waren. Hij werd zich bewust dat hij naakt in bed lag, en hoorde de gordijnen dicht schuiven, ineens was hij klaar wakker grijpend naar zijn hoofd opende hij nog een keer zijn ogen en keek recht in de zee blauwe kijkers van Henk, even kneep hij zijn ogen weer toe om ze direct weer te openen. Ik vertrouwde die Melissa al niet, en ze is nergens meer te vinden, we hebben u keer op keer geroepen we moesten vertrekken, toen heb ik gevraagd of ze de deur wilde openen. Met dat hij dit zei beurde hij zijn hand op waar hij vier fel gekleurde sjaaltjes in vast hield met een mondknevel. Henk legde het op bed neer en zei ik kan het hooguit nog een kwartier rekken die geschiedenisleraren uit Utrecht willen hun geld terug, met dat hij bij de deur was draaide hij zich om met een blik in zijn ogen die hij even niet kon thuis brengen, ze wilde dat u naakt werd gevonden ik heb die laken over u heen gelegd en u los gemaakt, en hij verdween de deur achter zich dicht trekkend.
Henk schreeuwde hij hem achterna zijn hoofd vast houdend die op ontploffen stond. vertrekken jullie maar ik heb nu andere plannen.
Zijn lichaam ving de schok op die door hem heen kwam toen hij zei ik heb nu andere plannen, hij stapte uit bed en zocht direct naar zijn evenwicht alles draaide om hem heen.
Hij hoorde Henk nog zeggen oké en sterkte. Met half toegeknepen ogen een hand vooruit schuifelde hij naar de badkamer en draaide de kraan van de wastafel open en douwde zijn hoofd onder het koud stromend water en liet het over zijn gezicht en hoofd lopen, naar een paar minuten zo gestaan te hebben leek alles in zijn hoofd weer op zijn plek te zijn gevallen op het bonken bij zijn slapen na.
Hij draaide de kraan dicht en zag zichzelf in de spiegel en vloekte hard op, haar lippenstift had sporen achter gelaten rond zijn tepels in zijn nek, met een snelheid waar hij zelfs verbaast van was rende hij uit de badkamer en keek koortsachtig de kamer door en vond zijn broek op het dressoir, net als de rest van zijn kleren die in zijn koffer hadden gezeten, in een flits zag hij dat de zoom van een broekspijp die naar beneden hing eruit was met een snelheid stoof hij er op af springend over het bed wetende dat de chip weg was, en nog taste hij de zoom van zijn broek af, zakte in de stoel weg en keek naar het bed.
Ze had hem in die steeg achter gelaten, en was later op de kamer terug gekomen omdat ze achter die man aan ging die ze dacht te herkennen, maar ze wilde er verder niet over praten en hem interesseerde het niet op dat moment, omdat ze over hem heen gebogen zat en hem begon te zoenen langzaam naar zijn oorlel en later naar zijn nek ging, haar vingertoppen spelend met zijn tepels. Hij vervloekte zichzelf hoe had hij zo dom kunnen zijn, met dat hij achterover zakte in de stoel en zijn rug tegen de stof van de rugleuning aankwam, werd hij zich bewust van het brandende gevoel, en wist dat dit de sporen van haar nagels waren hij wreef over zijn tepels die gisteren genoten van haar lippen tong en tanden maar nu zo zeer deden. Hij sprong weer op of hij gestoken was. hij moest naar de bus!
IJsberend door de kamer koortsachtig denkend, bedacht hij, nee hij moest Melissa vinden de route die de bus aflegde kende hij haar fijn die haalde hij wel in.
Hij moest die chip terug vinden, hij wist wat hem te doen stond, liep weer naar de badkamer waar hij een douche nam, en zichzelf bleef vervloeken, en plannen smeedde wat hij met haar zou doen als hij haar zou vinden. Met dat hij uit de douche stapte zag hij ineens een klein flesje staan op de wastafel die hem net niet was opgevallen hij rook er aan en liet een druppel op zijn vinger vallen en proefde met het puntje van zijn tong, dit moet GHB zijn een olifanten drugs geen wonder dat hij zo ver weg was geweest. Hij kon heel goed tegen drank, dit moet ze ook tijdens het etentje in zijn drank hebben gedaan! En zag in een flits haar met twee glazen wijn in lingerie weer in de deuropening van de douche staan, Hij had genoten van haar spel in bed en hoe ze hem vast bond om vervolgens met haar koffer in de douche te verdwijnen, om zich te verkleden en hoe ze vertelde altijd een fles rode wijn voor speciale gelegenheden bij haar te hebben, en hij weet nog hoe hij verdronk in haar verschijning, en als een kleine jongen gulzig het glas aan zijn lippen liet zetten en er van dronk, door het gekraak van hout kwam hij weer tot zichzelf en staarde naar het gat in de deur en naar zijn vuist die hij beiden gebald had en elke spier in zijn lichaam stond gespannen, zijn gezicht stond strak en vastberaden.
Naar dat hij zijn koffer had ingepakt het personeel had ondervraagt en de schade had betaald van de deur wachtte hij op een taxi die hem naar een autoverhuurbedrijf zou brengen, dankzij het personeel wist hij wat meer en had een aanknopingspunt ..



-----------------------------------------
Palais de Versailles, 25 Octobre....

Wie durft het aan om een volgend deel (8) of het slot te schrijven? Kun je goed schrijven? Heb je fantasie? Vul het aan en schrijf een korte passage van maximaal 20 tot 25 zinnen en eens kijken of we er samen een boeiend verhaal van kunnen maken.

Zet even een korte kop en een vervolgnummer bij je blog: 8 (9,10,11 waar zijn we?)....enz. Da's handig voor de lezers.
Als het niet teveel gevraagd is: stuur mij ook in een pb even jouw bijdrage, dan kan ik het binnenkort aanvullen en ook een link naar jouw bloghyves maken...

Merci pour votre inspiration...

© Napolèon, 13-8-2008

Gepubliceerd op mijn (AE) hyves: http://napoleon1813.hyves.nl
________________________________________________
14 Hyvers respecteren dit
  • Axelle `s
  • Marianne
  • Edwin
  • Benji
  • Mika
  • Jolien
  • Sensitif
  • Wil

    Leeuwinnetje

    Het tweede deel vindje hier

    Wie durft het aan om het derde deel te schrijven? Zet je er dan even een 3 voor? Dat is handig voor de lezers. Ik ben benieuwd.
    Groetjes,
    Wil
    14 aug 2008, 12:05
  • Claudia

    Claudia

    Hey, leuk.....heel erg leuk........heb niets met Frankrijk.... niets met Paris.......of moet ik nu het verhaal vertellen van toen ik mij met rugzak en al voor de taxi gooide......nee dus......maar leuk verhaal, heel leuk.......
    14 aug 2008, 14:49
  • Alex

    Alex

    leuke uitdaging, Napoleon
    14 aug 2008, 18:02
  • Vlinder

    Vlinder

    Leuk idee, ik ga zo een bij de Leeuwin verder lezen...
    14 aug 2008, 21:18
  • Thea

    Thea

    Geweldig(y) (y)
    Ik ga ook door naar de leeuwin:lol: ben errugg benieuwd wat voor wending dit blog gaat krijgen:clap:
    gr Thea:shining:
    16 aug 2008, 02:00
  • Webcore

    Webcore

    Deel 3

    Zijn wat gedachtes........
    16 aug 2008, 11:04
  • Jolien

    jolien

    leuk geschreven..op naar het leeuwenhol
    16 aug 2008, 18:10
  • Axelle `s

    Axelle

    Lekker hoor, vastbinden. Ik vergeet ze altijd los te maken maar heb daar zelf gelukkig weinig last van.
    6 nov 2008, 21:05
closeAds by Spotflux - Why am I seeing this?

maandag 11 augustus 2008

126. Chocolade en goed gezelschap












24 Manieren om de Dag te Plukken
Het leven is te kort om er niet van te genieten. Wie geniet van iedere dag voelt zich gelukkiger.
Dit zijn 24 manieren om de dag te plukken!


1. Schrijf in je dagboek en reflecteer op je belevingen (of schijf op je hyves ;) )
2. Ga tuinieren om tot rust te komen.
3. Ga lopen met je hond of leen de hond van de overbuurman.
(Ik heb geen hond, de overbuurvrouw leent 'm niet uit, want die wil zelf lopen maar ik ga zelf wel lekker lopen).
4. Bel iemand op die belangrijk voor je is om lekker bij te kletsen.
5. Ontdek minimaal twee positieve aspecten aan het grootste probleem dat je nu hebt.
6. Maak een gerecht klaar uit één van je kookboeken.
7. Zet heerlijke muziek op terwijl je je 's ochtends aankleedt (heb ik gedaan!
8. Koop een bosje bloemen voor jezelf of voor iemand anders.
9. Geef iemand een gemeend compliment.
10. Bak pannenkoeken (nee, vandaag niet)
11. Schenk vandaag echte aandacht aan je kinderen, praat met ze en luister naar ze.
12. Plan iets waar je je op kunt verheugen.
13. Maak een vruchtenshake voor jezelf.
14. Geef je huiskamer een opfrisbeurt, koop bijvoorbeeld wat nieuwe accesoires.
15. Geniet van een lekker luchtje zoals geurige olie of wierook.
16. Kom tot rust, mediteer bijvoorbeeld een kwartiertje.
17. Geef iemand vandaag een stevige knuffel of een zoen.
18. Eet chocolade. Of nog beter: Eet chocolade met goed gezelschap.
19. Huur een mooie of inspirerende film.
20. Steek gezellige kaarsen aan.
21. Sport minimaal een halfuur intensief, dat zal je goed doen.
22. Behaal vandaag één van je (sub )doelen.
23. Maak een lijstje met zaken waar je dankbaar voor bent.
24. Verwen jezelf met een scrubbeurt, gevolgd door een gezichtsmasker en een kopje groene thee.

Bron/idee: soChicken

© Matti, 11 augustus 2008
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

zondag 10 augustus 2008

125 . Olympisch goud (haiku)





Olympisch goud

sterke damesploeg
estafetteresultaat
medailles behaald




© Matti, 10 augustus 2008
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

124. Onder de koperen Ploert (variant)

Let op!
Deze versie van 'Koperen Ploert' is n.a.v. mijn oorspronkelijke versie herschreven omdat  ik wilde uittesten of deze beter (leesbaar) is dan mijn oorspronkelijke blog. Ik geef toe: het is korter krachtiger, maar ook anders. Ik ben benieuwd naar jullie reacties.
Lees ook: 100. Onder de koperen ploert (Oorspronkelijke versie)

Matti, 10 augustus 2008
---------------------------------------------------


Ik kijk voorzichtig tussen mijn wimpers door en constateer opgelucht dat alles om mij heen nog in diepe rust is. De felle lamp boven mijn hoofd brandt genadeloos. Als een heldergele ster aan het inktzwarte firmament. Het onvermoeibare licht laat alles gloeien. Details raken verloren in de bewegingloosheid. Geestdodend. Schimmen worden pas weer zichtbaar zodra ze bewegen.
Vanaf het moment dat ik hier ben, is mijn haat voor het onmenselijke ding dat boven mijn hoofd bungelt, alleen maar gegroeid. Tegelijkertijd ben ik er aan gewend geraakt. Hoewel dat niet helemaal klopt. Afgestompt is veel beter. Mijn geest is uitgeschakeld. Om mijn verstand te behouden. Meer dan dit weet ik nog nauwelijks. Niet echt. Het is bedompt. Stank. Penetrant, onophoudelijk. Een misselijkmakende combinatie van zweet, urine, braaksel en menselijke uitwerpselen. Soms wordt ik kokhalzend wakker. Door de ruimte scharrelen ratten, kakkerlakken en ander niet nader te definiëren ongedierte. Het heeft geen zin ze te verjagen. Ze komen toch weer terug. Hygiëne bestaat hier niet. De wc is een gat in de grond. Acht stuks op een rij, 30 cm hoog muurtje ertussen. Alle achthonderdvijftig doen er hun ding. Denk maar niet dat er ooit is schoongemaakt.
We slapen op een aantal aan elkaar genaaide dekens met daarover een laken of hoes van onbekend materiaal. Ruw, dun, oncomfortabel. Nog nooit gewassen. Het woord matras onwaardig. Toch is het een vertrouwde plek geworden. De enige plek waar ik min of meer alleen kan zijn. Met mijn ogen dicht. In de illusie dat het licht uit is. Ik heb nauwelijks besef van tijd, maar vrees het moment dat alles weer zal losbarsten. Het moet ochtend zijn. De warmte begint te komen. Overal om me heen wordt gehoest. Blaffend of verstikt. Rochelend of droog. Ongezond. Boeren, spugen, scheten. Het maakt niet meer uit. Beschaving hebben we niet meer. Waarom zouden we ook? Sommigen staan op en vouwen hun matras. Hier en daar een gedempt gesprek in onbekende talen. Ik blijf liggen, in mijn ‘eigen’ wereldje, het afscheid uitstellend. Dan komen ze. De bewakers. Schrille fluitjes, houten knuppels ratelend tegen de tralies. Onverstaanbaar geschreeuw. Degenen die nog slapen schrikken, de meesten haast zich overeind. Vloekend, krijsend, protesterend. De zieken blijven liggen. En hoeveel doden zouden er vandaag zijn? Ik open mijn ogen en krabbel op. Zonder te weten waarom. Hoewel straffen snel uitgedeeld zijn en de knuppels hard. Soms lijkt het wel of de bewakers er op hopen. Iemand die te laat overeind komt, de matras ongevouwen achterlaat, een smerige blik op ze werpt. Ze genieten ervan. Ik heb ze grijnzend iemand bewusteloos zien slaan. De deuren worden zo opengegooid. Er wordt gedrongen en geduwd. Iedereen wil de eerste zijn. Schelden, krabben, stampvoeten, rammelende boeien. Ik wacht af en loop als een van de laatsten naar buiten. Een stormloop op de ‘toiletten’. Lange, ordeloze rijen. Een kort handgemeen om een plek wordt hardhandig uiteengeslagen. Soms heb je veel over om niet in de stront van je voorganger te hoeven staan. Ik loop door. Vandaag maar even niet. Fictie is hier werkelijkheid. Halfslapend dwaal ik door de realiteit. Mijn nachtmerrie. Zonder hoop op ontwaken. Ik weiger wakker te worden. Alleen zo word ik niet gek. Behoud ik mijn leven. Voor zover dat nog iets voorstelt. Ik heb geen idee welke maand het is. Waarschijnlijk voorjaar. Zo warm is het (nog) niet. Het zal maart of april zijn. Het jaar weet ik wel: 2008. Ruim zes verschrikkelijke jaren ben ik nu hier. Veroordeeld tot deze hel op aarde. Alle uitzicht op ‘verlossing’ achter de horizon verdwenen. Vanwege één naïef moment. Door misplaatst vertrouwen dat op een ramp is uitgelopen. Ziektes zijn haast onvermijdelijk. Velen lopen infecties op vanwege het vervuilde rivierwater waarin we ons moeten wassen. Dysenterie, tuberculose, hepatites, tyfus, cholera, malaria, knokkelkoorts, difterie, aids. Bijna iedereen heeft wel iets. De medische behandelingen zijn verre van optimaal. Veel meer dan diarree heb ik nog niet gehad. Gelukkig. Het sterftecijfer is schrikbarend. Wel ben ik heel veel afgevallen. Mijn botten steken door mijn vel als boomtakken. Wat zich hier verder allemaal afspeelt, durf ik niet melden, uit angst voor represailles. Een paar blauwe plekken of kneusingen ben ik niet bang voor. Gebroken botten wel. Dat overleef je hier niet. De eerste drie maanden hier zat ik geketend aan handen en voeten. Als een middeleeuwse ketter. Als een beest. Mijn dagelijke rantsoen – bruine, lauwe, ondefinïeerbare pap – werd in een kommetje voor mijn voeten gesmeten. Hoe ik het naar binnen kreeg, was mijn probleem.
Ver in mijn herinnering zie ik nog ons ouderlijk huis met de keurig onderhouden moestuin. Zal ik Boskoop, het dorp waar ik ben opgegroeid, ooit terugzien? Zal ik nog ooit tussen de groengevulde glazen kassen rennen, gewoon omdat ik daar zin in heb? Het lijkt een sprookje. Mijn familie, die geduldig brieven blijft schrijven en pakjes opsturen, hoe lang houden zij het nog vol? Waar is mijn jeugd gebleven? Waar is godverdomme mijn leven gebleven?

* * *

Zes jaar geleden. Zo onschuldig.
“Suzan, dit is ons hoogtepunt,” had Floor bij aankomst gezegd. “Dit is ons paradijs op aarde.” Onze vakantie begint onder een stralende blauwe hemel, vanaf het moment dat we uit het vliegtuig stappen. Een belofte wordt ingelost. Eenentwintig dagen Thailand hebben we geboekt. Zoveel tijd. Een unicum. We zijn er hard aan toe. Hebben ons voorgenomen met volle teugen te genieten. We weten niet beter. Hebben ook geen enkele reden het ergste te vermoeden.

* * *

“Good morning. Did you sleep well?” Chanitra, de vriendelijke hulp van het hotel. Een tengere, bijna androgyne vrouw van amper twintig. Ze zet een dienblad met smakelijke hapjes, jus d'orange en een pot thee naast mijn bed. Heerlijk is het. Het ultieme genieten. Mijn vriendin Floor zit in bad. Ik hoor het water bruisen en kletteren. Heerlijke geluiden. Deze vakantie op Phuket wordt er één om nooit te vergeten. Het eten is uitstekend, de bedden zalig en de omgeving betoverend. Het hotel, een soort guesthouse, met zwembad, is werkelijk prachtig. Er is een tafeltennistafel, een echte snookertafel (oh, wat groot is die) en een boekenruilservice. Een half uur met de taxi kost nog geen 200 baht, omgerekend zo’n 4 euro. Twee dagen voor onze terugreis stapt Chanitra onze kamer binnen. Dit keer met een man. “I need help. My brother ill, he need medicine.” Ze kijkt ons ontdaan aan. Wijst naar de man naast haar.
“Friend can give him. You will take package with you? Yes? You do?” Haar ogen smeken, haar handen voor haar borst gevouwen.
“Please, I cannot reach my brother. My friend waits near depot on airport.”
Haar verzoek is duidelijk. Niet te weigeren. Of we een pakje medicijnen willen meenemen. Haar vriend wacht op het vliegveld en neemt het van ons in ontvangst. Geen enkel probleem toch? Een kleine wederdienst. Ze is zo vriendelijk voor ons geweest. We vertrekken en worden hartelijk uitgewuifd door Chanitra. Het einde van een heerlijke tijd. Op het vliegveld van Bangkok kunnen we de vriend niet vinden. Maar ons vliegtuig vertrekt zo. Wat moeten we nou met dat pakket? We dralen. Besluiteloos. Misschien kunnen we het vanuit Nederland nog terugsturen. We kunnen onze vlucht niet missen.
Bij de douane worden onze tassen doorzocht. Vrijwel meteen worden we naar een aangrenzende ruimte gedirigeerd. Voor we het weten staan we onder arrest. Een gammel busje transporteert oms naar het politiebureau. Het pakket – naar later blijkt met amfetaminetabletten – dat uit mijn reistas tevoorschijn is gekomen, wordt voor ons op tafel gegooid. We worden beschuldigd van drugshandel.
In de ogen van de Thai is drugshandel erger dan moord. Met moord doe je één persoon kwaad, met drugs de hele beschaving. De bestraffing is passend: levenslang of de doodstraf. Zo simpel als oorzaak en gevolg.
Floor mag na verhoor weg. “Nee,” schreeuw ik tegen haar als twee agenten me vastpakken. “Floor, alsjeblieft, haal hulp.”
Ik word weggesleurd. In een cel gesmeten. Dit kan niet waar zijn. Ik ben in een slechte film terechtgekomen. Er is geen bewijs dat ik drugs wilde smokkelen. Ik ben erin geluisd. We hadden beter moeten weten. Met open ogen er ingetuind. Maar dit kan niet zomaar. Jullie hebben toch een rechtssysteem. Ik gil door de tralies heen. “Chanitra is her name! She asked us to give the package to her friend! He should have come to the airport ...”
Niemand reageert. “This is not my package! Look for Chanitra in Phuket!!”
Een agent verschijnt. Hij kijkt me vorsend aan, haalt zijn schouders op en verdwijnt uit beeld. Ik barst in huilen uit.

* * *

De consulaire bijstand is, tegen alle verwachting, pijlsnel op gang gekomen. Mijn familie in Nederland wordt ingelicht. Een week zit ik in voorarrest, aan de muur vastgeketend. De advocaat, die door de Nederlandse ambassade is toegewezen, fluistert me tijdens het proces in mijn oor:
“We kunnen niet veel voor je doen nu. Bereid je voor op een lange gevangenisstraf. Beken maar dat je het spul gesmokkeld hebt, anders krijg je de doodstraf.”
“Doodstraf ...”, mompel ik snikkend. Dan welt er woede in me op. “Dat kan toch niet? Ik ben onschuldig! Ik ben verdomme rechtenstudente. Ik ben niet stom.” Tranen stromen over mijn wangen. “Verdedig me. Haal me hieruit.” De advocaat kijkt me recht aan. “Het is hier geen Nederland, Suzan. Het rechtssysteem is behoorlijk ingewikkeld en we hebben geen uitleveringsverdrag met Thailand. We doen al het mogelijke, maar het feit ligt er dat ze die rommel in je bagage hebben gevonden. Waarom heb je dat in vredesnaam meegenomen?”
“Maar het is niet van mij, begrijpt u?” Ik stamel. Snap dat het ongeloofwaardig klinkt.
“Ja, dat weet ik wel Suzan, maar hier is niks tegen te doen. Je bent gebruikt.”

* * *

Ontgoocheld kijk ik de 'rechtszaal' rond. Er zijn twee vertegenwoordigers van het Consulaat, de advocaat is er ook. Maar ik voel ik me hopeloos in de steek gelaten. Er wordt heen en weer gepraat. Alsof ik er niet bij ben. Ik begrijp niets van wat zeggen. Ik word minachtend bestudeerd. Alle blikken vertellen me hetzelfde: schuldig. Bij voorbaat. Dan zwijgen ze. De hamer dreunt op het desk van de rechter. Het is afgelopen. “Wat zeggen ze? Ik begrijp er niets van.” De advocaat pakt me zachtjes bij de arm. “Het spijt me verschrikkelijk Suzan. Dertig jaar. Je hebt dertig jaar gekregen.” Het dringt niet tot me door. Alsof alle zintuigen zijn weggevallen.
De advocaat fluistert. “Maar we gaan in hoger beroep. Mischien kunnen we nog een beroep doen op het WOTS-verdrag, dat voorziet in het uitleveren van gevangenen naar hun eigen land.” Ik hoor, maar registreer niets meer. Verdoofd. Mijn leven is voorbij. Dertig jaar ...?

* * *

Van de dagen daarna herinner ik me weinig. Op een paar persoonlijke dingen na, moet ik alles inleveren. Ik krijg een kastje toegewezen, in een lange gang naast het cellencomplex. Toilettas, spiegeltje, kam, een boek en wat kleding. Meer past er niet in.
De eerste dagen heb ik alleen maar gehuild. Tot mijn tranen op waren. Het is nu bijna zes en een half jaar geleden. Voor hulp ben je aangewezen het buitenland: geld, brieven en pakketjes. De schaarse bezoekjes. Ik heb het gevoel niet meer te bestaan. Losgerukt uit alles wat ik ken. Totaal geïsoleerd.
Ik ben nu zevenentwintig. Als mijn tijd er opzit, ben ik vijftig. Een oude vrouw. Versleten. Gesloopt. Kapot. Er van uit gaande dat ik het overleef. Mijn toekomst eindigde op de dag van ons vertrek. Geen hoop meer op een partner of kinderen. Nooit een baan of een huis. Alles opgeslokt door de waanzin van deze plek. Een droom die iedere dag vervaagt. Al zo goed als verdwenen is.

* * *

Alle celblokken zijn van beton. Grauw. Smerig. Op een terrein zo groot als een voetbalveld. Geen gras, maar zand en stof. Nergens beschutting. De zon heeft vrij spel. In de zomerperiode bezwijken er velen aan de hitte en uitdroging. Het is dan meer dan 50 ºC in de schaduw.
[De felle lamp dooft. Het vertrouwde geratel van hout op metaal. We mogen er uit om te luchten en voor de dagelijkse wasbeurt. Ondergoed aanhouden. Met achthonderd andere vrouwen stort ik me als op hol geslagen vee in een van de betonnen bakken. Door rotting aangevreten bakken van dertig meter lang, vier meter breed en zo’n anderhalve meter hoog. Iedere middag wordt er rivierwater ingepompt. Als we geluk hebben, ziet het water er donkergrijs uit. Maar meestal is het roestbruin en stinkt het naar bedorven vlees. Er drijven bijna altijd plantenresten, dode vissen en uitwerpselen in. Het wemelt van
de parasieten. Onzichtbaar voor ons. Je weet pas dat je ze hebt als je haarvaten zijn ontstoken, je onderhuidse bloeduitstortingen of paarse abcessen krijgt die ontzettend jeuken. Niet openkrabben, want dan gaan ze zweren, bloeden of ze worden zwart. Zelfs koudvuur is niet ondenkbaar. Menig vrouw hier mist een lichaamsdeel. Uit voorzorg geamputeerd door de ‘dokter’. Ik ga op mijn hurken zitten, tot mijn schouders in het vuile water. Langzaam draai ik rondjes, mijn ogen gesloten. Ik voel alleen nog maar de verzengende hitte van de koperen ploert boven mij. Hoor het gekrakeel van honderden vrouwen, het gespetter van het smerige water. Lachende bewakers. Het geluid van de dood. Nog drieëntwintig jaar hier. Absurd. Ik ben uitgeput. Geestelijk en lichamelijk. Dit hou ik nooit vol. Misschien haal ik het einde van het jaar niet eens. Ik ben de (wan)hoop voorbij ... Ik ben onschuldig. Dit leven heeft geen zin. Niet meer.

Suzan.

[variant op 100. Onder de koperen ploert, geschreven door M.]

--------------------------------------------
De BangKwang Central Prison staat bekend als de meest beruchte gevangenis ter wereld.
Circa 2.500 Nederlanders zitten (in diverse gevangenissen ter wereld en vaak onterecht) onder erbarmelijke en mensonterende omstandigheden gevangen....
--------------------------------------------
10 augustus 2008
Fictie en non-fictie
Reacties op dit blogs stel ik op prijs.

woensdag 6 augustus 2008

Nappie, de plurk





Hey, is dat niet Nap?
is 't serieus of maakt ie een grap?

Nee joh, het is Napoléon
die is al vergaan, komt niet weerom

Het is vast een 'plurk':
een ploert of een schurk

Die man is apart
hij maakte een razende start

hij wilde alles bezitten
nu moet je niet op hem vitten

hij was best wel slim
in die tijd had je nog geen vim

ze stonken onder die pruiken
van een afstand kon je het al ruiken

Hij was ook een charmeur
spoot zich vol met odeur

toch liep het slecht met hem af
Op Elba onderging hij zijn straf

Toen hij weer terugkwam aan land
kreeg hij zn makkers opnieuw op zijn hand

Bij Waterloo maakten ze hem in
voor de geschiedenis een nieuw begin

Dit was een gedichtje van Nappie
nu weet je: ik maak graag een grappie


'Plurk' = een scheldwoord (tussen ploert en schurk)

© Napoléon, 6er august 2008

Gepubliceerd op mijn (AE) hyves: http://napoleon1813.hyves.nl
________________________________________________
 
3 Hyvers respecteren dit
  • Linda
  • Annette
 
  • Napoléon B. (voor vrienden: Nappie)

    Napoléon

    @ Carolien: ja, een rare en aparte snijboon zul je denken, een soort 'bon aparte' :xd: maar charmant, dat ben ik zeker!
    6 aug 2008, 12:38
  • Marianne

    Marianne

    En een woorden goochelaar.
    6 aug 2008, 17:20
  • Mercurius (Hermes)

    Mercurius

    Het is wel Sinterklaasavondniveau hoor Nappie! :-p ;-)
    6 aug 2008, 19:54
  • Napoléon B. (voor vrienden: Nappie)

    Napoléon

    @ Mercurius: Sinterklaasavondniveau?. Niveau á la soir de petits paquets le Saint Nicolas? Excuser moi. Een olijke noot tussendoor moet kunnen. Zeker, enigszins discutabel gekrakeel. Binnenkort zal ik het gedichten- en blogniveau wel wat opkrikken, boven dit fylogenetische gefrutsel uit.
    6 aug 2008, 21:20
  • Wil

    Leeuwinnetje

    Weet je, toen ik dit las dacht ik: Die kerel had een borrel op, kan niet anders...Gelukkig was ie in 'n lollige bui, waardoor wij weer wat te gniffelen hebben.
    Moet kannen, eh, kunnen:)
    6 aug 2008, 21:58
  • Asterisk

    Asterisk

    Hahahaha, yep ik sluit me bij Mercurius aan.. hoewel die oude toch écht ouder was (is..).. verwarrend nét als jij :sint:
    6 aug 2008, 22:42
  • Arjen

    Arjen

    via dwangarbeid naar dwangrijm
    tenminste, die rooie jasjes kijken niet echt vrolijk. U bent er wel lolliger op geworden in de tijd. Alles nog goed met Marianne?
    6 aug 2008, 23:52
  • Marianne

    Marianne

    @ Arjen
    Mocht je deze bedoelen, prima. Heb vanmorgen uitgevonden dat ze in Molise meer klant gericht opereren dan in Apulia.
    7 aug 2008, 11:12
  • Napoléon B. (voor vrienden: Nappie)

    Napoléon

    @Leeuwinnetje: Nee, ik had geen borrel op tijdens het schrijven
    @Arjan: Nee, geen dwangrijm en ach die rode jasjes, niet vrolijk nee, dat was het bloedvergieten zeker niet
    @Carolien: Ik vond 'Nappie' nou net zo'n leuk koosnaampje
    7 aug 2008, 17:12
  • Machgyel Adryaenssen de Ruyter

    Admirael

    Wat ick met u aen moet hier aen boord is me niet gheheel duydelyck heer Nappie.
    Een bon aparte wellight, doch seecker ende niet gelyck de snoodaert die ick my by uw persoon had voorghesteld.
    7 aug 2008, 19:28
  • Linda

    L!ND@

    haahahahah leuk om de zaterdagavond mee door te brengen,grapjas
    :marlinde:

    Ik ben blij dat we tegenwoordig gewoon onze eigen haardracht kunnen waarderen
    20 sep 2008, 20:52

123. Zomerkind





Zomer, strand, zee
neem me mee
daar wil ik zijn
langs de vloedlijn

Zee, zomer, strand
daar aanbeland
even heerlijk rust
aan die mooie kust

Strand, zee, zomer
ik lijk wel een dromer
laat me even alleen
ik geniet, heel sereen

Zon, strand, water
herinneringen voor later
strand, water, wind
zomerkind








© Matti, 6 augustus 2008
Met dank aan J.K., die tegen me zei: 'je bent een zomerkind'
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.