maandag 30 december 2013

351. Schwarzwalder Erfahrungen (1)

Iedere herfstvakantie brachten we altijd een paar dagen door in het huisje van opa van der Zande. Wij woonden als gezin in een drukke stad en dan was het een verademing om even bij te komen, midden in de natuur. Opa woonde in een gezellig houten huisje aan de rand van het dorp, dichtbij de grote Venenburgerheide. Het was een klein huisje met een woonkamer annex keukentje. Aan de voorkant keek je door het grote raam zo de heide op en de luiken van de kleine zijraampjes waren opengeklapt. Pas tegen de winter gingen de zijluiken dicht. We aten met z'n allen om de simpele houten tafel, die opa pontficaal in het midden had geinstalleerd. Op het kleine zoldertje maakte opa een provisorisch bed voor zichzelf. Zo rond tien uur 's avonds verdween hij meestal, met de po onder zijn arm, via het smalle houten trapje naar de bovenverdieping. Papa en mamma sliepen in de achterkamer, Mijn twee broertjes Heiko en Tjalle annexeeerden het stapelbed in het smalle zijkamer en ik mocht op het veldbed in de woonkamer liggen. Meestal waren de jongens nog met elkaar aan het stoeien, als ik probeerde de slaap te vatten. Als ik goed luisterde, dan kon ik het piepen van de stalen springveren horen, als pa zich omdraaide. Vaak met een gesmoord: "Zachtjes Gerrit, de kinderen slapen'. Voor pa en ma moeten die herfstvakanties eveneens een ultiem genot betekend hebben, want het eenmalig piepen van het bed ging later op de avond veelal over in een regelmatig geluid met het daarbij behorende gestommel. Wist je veel als kind, wat er zich allemaal in die bedompte slaapkamer van opa afspeelde. Pa had ook een paar dagen vakantie en mijn moeder vond het heerlijk om even een enkele dagen niet te wassen, strijken, koken of andere huishoudelijke taken uit te voeren. Het waren heerlijke tijden. Die paar dagen in de schoolvakantie leken wel een eeuwigheid. We speelden met takken in het bos, achter het huisje waren voldoende schuilhoekjes om verstoppertje te spelen en op mijn step, die pa had meegenomen, gingen we de heuvelachtige zandpaadjes af langs het heideveld. Opa leerde ons van alles over de natuur, waarom de larix meer naalden had dan de dennenboom, hoe je een eikenblad van een beukenblad kon onderscheiden en aan de keutels langs de bospaadjes kon je zien of het konijnen od andere dieren waren geweest. Een andere keer wees opa ons weer op de omgewoelde bosgrond en hij wist met stellige zekerheid dat het wilde zwijnen waren geweest. Eén keer, aan het begin van een avondwandeling zagen we een zwijn met twee jongen erachter. Ze gingen ons op een afstand van nog geen 25 meter voorbij.

Het moet op één van die herfstavonden in het huisje van opa geweest zijn, dat ik opeens begon te beseffen wat ik later wilde worden. Aan de ruw gestucte muur, boven de open haard, hing namelijk opa's klok aan de wand. Niet zomaar een klok, maar één die volledig paste bij zijn natuurlijke omgeving. Een koekoeksklok. Hij was van donker hout, verfraaid met houten eikenblaadjes, een schuin dakje en bijna bovenaan een klapluikje met daarachter een vogeltje verstopt. De klokken waren in zwang bij bewoners van het Schwarzwald en opa had er op één van zijn spaarzame uitstapjes naar Duitsland, één voor zijn huisje meegenomen. Aan de klok hing een ketting met twee zware gewichten, die opa iedere avond met vakkundigheid omhoog trok. Naarmate de tijd verstreek, zakte de gewichten bijna onzichtbaar, tot ze net boven de schoorsteenmantel waren gekomen. Ieder uur hoorde je iets knarsen binnenin de klok en vlak daarna kwam het vogeltje te voorschijn. Als het twee uur was, twee keer en als de klok negen uur sloeg, dan verscheen het vogeltje negen keer frequent achter elkaar.
Maar het mooiste komt nog: het vogeltje maakte geluid en riep: koekoek. Vol van spanning wachtte ik altijd op het moment van twaalf uur. Dan kwam het vogeltje onder een luid gekoekoek wel twaalf keer tevoorschijn. Pas later begreep ik dat een ingenieus mechanisme binnenin de houten klok, ervoor zorgde dat twee kleine blaasbalgjes in beweging werden gebracht. Toen de klok een keer bleef haperen, pakte opa hem van de wand en legde hem met veel passie op de keukentafel. Hij haalde een luikje aan de achterkant los en toen kon je het binnenwerk van de klok bekijken. Opa bromde 'aha, daar heb je de boosdoener' en hij haalde met een vork een splintertje tussen één van de raderen weg. Daarna hing hij de klok weer op en trok de gewichten naar boven.

Toen ik enkele weken later op school moest vertellen wat ik later wilde worden, hoefde ik daar niet lang over na te denken: koekoeksklokkenhersteller.

Esmée

leest verder in: 352. Schwarzwalder Erfahrungen (2)
(volgt nog, was te lang geworden)

© Matti, 30 december 2013
Schrijfopdracht, fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs

Geen opmerkingen: