maandag 14 juli 2008

113. Schoen en sigaar













Hij liep naast zijn schoenen
ze deden zo zeer
hij probeerde 't nog even
een wijle, niet meer

Hij dacht: wie de schoen past,
die trekke hem aan
't leek lood in zijn schoenen
dus liet hij ze staan

Hij schoof in zijn schoenen
en keek heel spontaan
een moment in de spiegel
en dacht: 'ach, laat maar gaan'

Die schoenen, die bijten,
heb 'k er gist in gedaan?
ze zullen toch niet slijten?
k 'hou het bed maar voortaan

Hij wist niet zo zeker
waar wringt nu de schoen?
wat kan 'k ondernemen
met mijn goed fatsoen?

Daarom trok hij weldra
de stoute schoenen aan
het vergde veel daadkracht
om 't dapper te doorstaan

Tenslotte besloot hij:
'ik neem een sigaar
uit mijn eigen doos maar,
dat is toch niet raar?'

Hij paste de schoen niet
want hij liep er naast
'k ben toch niet de sigaar nu?
riep hij nog, gehaast.

Laat hem dus maar schuiven
het kan heus geen kwaad
geen schoen om te lopen
het houdt hem van de straat.


© Matti, 14 juli 2008
kolderiek gedicht, zomaar, om mezelf af te reageren;
met een knipoog naar de 4-Daagse te Nijmegen en bekende spreekwoorden/gezegden.
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

Geen opmerkingen: