vrijdag 23 oktober 2009

246. Olijfolie (II)

Versie II van blog 243. Olijfolie

Met een gewoontegetrouw gebaar zet ze de spullen op de band. Routinematig pakt de cassière één voor één de producten en haalt ze langs de scanner.
'Dat is tweeëntwintig vijfënzeventig mevrouw.'
'Spaart u zegels?
'Wilt u pinnen?'
'Tot ziens'

Behalve het schudden en knikken van haar hoofd is er nauwelijks contact.


Dankzij de avondopenstelling kon ze tegenwoordig op haar gemak alles nog even aankopen. Bijna sluitingstijd alweer. Het is drie minuten voor negen. 'Is het eigenlijk wel verstandig, om 's avonds boodschappen te gaan doen?, dacht ze in een fractie van een moment. Ze stopt haar aanwinst, de wekelijkse boodschappen, in haar beige tas. Bij de uitgang ziet ze hen opeens: twee donkergekleurde allochtone jongens. Rond de twintig, taxeert ze.
[i]'Hey baby, kun je het allemaal wel dragen?' zegt de één.
'Zal ik even helpen tillen?'


Theo Oudemans staat peinzend voor het raam. Waar blijft zijn nichtje Suzan nou? Het is al bijna tien uur. Ze zou tegen half tien even langskomen, had ze gezegd. Nog met een verlaat verjaardagscadeau. Typisch de jongere generatie dacht ie. Ze kijken tegenwoordig niet op een paar minuutjes. Ach, nog maar even geduld, ze zal wel niet in zeven sloten tegelijk lopen...


'Türgu, jongen, zie je dat grietje daar, met dat zwarte koppie haar en die grote tas? Ze geeft geen sjoege. Zal wel weer zo'n eigenwijze trut zijn. Ze heeft vast geld zat. Kijk eens was een grote tas met spullen'. Memhet en Türgu staan zoals altijd wat rond te hangen voor de Mickey Markt. Memhet geeft een schop tegen het bierblikje, dat hij net leeg heeft. 'Weet je Türgu, man, we gaan die meid pakken weet je. Ik houd niet van dat hooghartige gedoe. Die mot een lesje hebben, weet je. Hey man, geef me nog een peuk van je. En zet dat stomme geluidsding uit, weet je. Kom mee man, daar gaat ze...'


Bij de uitgang van de Mickey Markt ziet ze dat de andere knul , schuin achter hem, een een zonnebril draagt.
Zonnebril? 's avonds om negen uur?
Onwillekeurig trekt Susan haar naveltruitje wat verder naar beneden.
'Zullen we even helpen?'
'Ik kan het zelf wel af'
Ze loopt naar haar fiets en hangt de tas aan het stuur. Ze voelt in haar broekzak naar het fietssleuteltje. 'Ik ben mijn mobiel vergeten mee te nemen ...', peinst ze...
'Wij lopen wel even een stukje mee hoor'
'Ben je niet bang in het donker?'

De andere jongen had haar bagagedrager vastgegrepen en stond uit alle macht te trekken. 'Laat los, joh, doe niet zo stoer'.


Wat gek, geen gehoor. Jennie van Zanten probeert het nog één keer. Ze belt aan bij haar buurmeisje Suzan. Morgenochtend komt haar neef Martin langs op de koffie. Zou het nou niet leuk zijn om Suzan ook uit te nogdigen?. Heeft ze wat aanspraak met iemand van haar eigen leeftijd. Martin is ook nog vrijgezel, je weet nooit. Ja, ze passen misschien wel bij elkaar. Jennie haalt haar schouders op. Geen gehoor. Ze kijkt op haar horloge: tien over negen. Ze kijkt door het raampje naar binnen. Helemaal donker. Ach ja, schiet haar opeens te binnen: Suzan zal vast boodschappen aan het doen zijn. Dat doet ze meestal aan het eind van de week. Straks nog maar eens aanbellen.... Jennie schuifelt weer terug en trekt de voordeur zachtjes achter zich dicht...


Suzan keek om zich heen. Dit gedeelte van de woonwijk, waar veel forensen wonen, leek er nu opeens veel stiller uit te zien. In de straat die ze net passeerde, brandden hier en daar wat lichten achter de gesloten gordijnen. Ze moest nog 400
meter. Abrupt kwam haar fiets tot stilstand.
'Wij gaan jou wel even helpen hoor. Je woont toch alleen?' zei de jongen naast haar. De twee jongens waren haar gevolgd.
'Mijn oom wacht op me', zegt ze snel.
Suzan wees met haar uitgestrekte vinger naar de huizen voor haar. De andere jongen greep haar rechterpols vast. Suzan rukte zich los, smeet haar fiets op de grond en zette het op een lopen. Ze rende uit alle macht richting haar flat. Gelukkig, ze was de jongens kwijt. Helemaal overstuur wandelde ze de fietsenkelder in.


'Dat gaat zo maar niet'.
Opeens stonden ze weer vlak voor haar bij de ingang van de fietsenkelder. Waar kwamen ze vandaan? Suzan keek om zich heen. Het was er stil en leeg.
'Je moet ons nog even een plezier doen'.
Je bent toch wel een lief meisje, zeker?'

Samen kwamen ze op haar af. Paniek maakte zich van nu haar meester.
'Wat zie ik daar, een fles olijfolie'.
'Wat moet jij met zo'n grote volle fles? '
'Zal ik je daarmee eens lekker inwrijven?

'Nee, neeeeeh.....'
'Een klein beetje meewerken, schat'

Ze zag hoe hij zijn broekriem losgespte.
Twee paar handen grepen haar vast en de jongen met de donkere bril duwde haar op de grond en begon aan haar jeans te trekken. Suzan begon te gillen, maar een grote hand smoorde haar geluid. Ze begon wild om zich heen te slaan en te trappen.
Toen zag ze het opeens: in zijn hand hield hij het lemmet vast van een groot mes. Opeens zag ze ook de andere jongen naast zich. Hij hield de fles olijfolie in zijn hand en zwaaide hem hoog boven haar hoofd. Het werd donker...

---------------------------------------------------------------------------
Geschreven voor de oktoberopdracht van 'Het Fantasierijk'
Schrijf een een non-lineair verhaal.
Tweede variant.
Helaas, niet korter geworden....
---------------------------------------------------------------------------

© Matti, 23 oktober 2009
Fictie
 


Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

Geen opmerkingen: