woensdag 21 oktober 2009

243. Olijfolie

(Ik weet het: deze opdracht heeft de norm qua lengte ver overschreden).
Klik hier voor de andere variant: 246. Olijfolie (II)
------------------------------------------------------------------

Met een gewoontegetrouw gebaar zet ze de spullen op de band. Routinematig pakt de cassière één voor één de producten beet en haalt ze zonder kijken langs de scanner. Vijf voor negen. Net op tijd.
'Dat is twintig drieëntachtig mevrouw.'
'Spaart u zegels?
'Wilt u pinnen?'
'Alstublieft, de kassabon'
'Tot ziens'

Behalve het schudden en knikken van haar hoofd is er nauwelijks contact.

Dankzij de ruimere openingstijden kon ze tegenwoordig op haar gemak alles 's avonds nog even aankopen. Ze deed altijd graag boodschappen bij de Mickey Markt, herkenbaar aan het beeldmerk met de twee grote muisoren. Sommige producten waren hier lager geprijsd dan bij hun grote concurrenten Jambo, SuperFarmer en Alfons Heynen. Ze controleerde nog even of ze alles had. Ja: snelkookrijst, een groot pak Créme de la Créme, een poetsdoek, Rozengeur shampoo, tomaatjes, diepvries-sperziebonen, snijbonen, macaroni, een zak worteltjes, een krop sla, magere vanilleyoghurt, olijfolie, drie houdbare halfvolle melk, een pak verse melk, twee meergranenbroden, drie flessen wijn, waarvan één Merlot en nog wat wattenstaafjes en vlekkenverwijderaar. Bijna sluitingstijd alweer. Het is drie minuten voor negen. 'Is het eigenlijk wel verstandig, om 's avonds boodschappen te gaan doen?, dacht ze in een fractie van een moment. 'Ik ben niet de enige die nog laat over straat gaat', concludeerde ze vervolgens bij zichzelf. Nee, angstig uitgevallen was Suzan niet. Ze stopt haar aanwinst, aanvulling van de wekelijkse spullen, in haar grote crêmekleurige canvas tas. Bij de uitgang ziet ze hem opeens vanuit haar ooghoek: een forse donkergekleurde allochtone jongen. Zo rond de twintig, taxeert ze.
'Hey baby, kun je het allemaal wel dragen?'
'Zal ik even helpen tillen?'
'O, wat een hoop lekkere spullen'
'Ga je dat allemaal zelf opeten?'

'Of zullen we even helpen?'

Dan ziet ze ook de andere knul staan, schuin achter hem, donker haar en een zonnebril op.
Zonnebril? 's avonds om negen uur?
Onwillekeurig trekt Susan haar naveltruitje wat verder naar beneden.
'Ik kan het zelf wel af'
Ze loopt naar haar fiets en hangt de tas aan het stuur. Ze voelt in haar broekzak naar het fietssleuteltje. 'Ik ben mijn mobiel vergeten mee te nemen ...', peinst ze, terwijl ze met haar linkerhand nog even over haar jeans voelt.
'Wij lopen wel even een stukje mee hoor'
'Ben je niet bang in het donker?'

Suzan zegt niets. Vlak achter haar lopen de twee jongens, die net bij het winkelcentrum rondhingen.
Ze had ze wel vaker gezien, meestal stonden ze in een groepje, met een man of zes zeven, op de plek die vol lag met vertrapte bierblikjes en sigarettenpeuken. 'Nog een klein stukje, het fietspaadje langs en dan ben ik er', dacht Suzan.
'Wat zie ik daar, een fles olijfolie'.
'Wat moet jij met zo'n grote volle fles? '
'Ga je je daarmee inwrijven?

Opeens zag ze hem naast zich, terwijl hij langzaam meeholde. Zijn hand strekte zich uit naar haar tas aan het stuur. Ze zette wat meer vaart, Suzan begon wat harder te fietsen.
'Hey schatje, niet zo'n haast hoor'
'Ach, ze zouden het vast goed bedoelen', dacht ze. Helemaal zeker was ze echter niet.
Suzan keek om zich heen. Dit gedeelte van de woonwijk, waar veel forensen wonen, leek er nu opeens veel stiller uit te zien. In de straat die ze net passeerde, brandden hier en daar wat lichten achter de gesloten gordijnen. Ze moest nog 400 meter. Abrupt kwam haar fiets tot stilstand. Ze keek achterom. De andere jongen had haar bagagedrager vastgegrepen en stond uit alle macht te trekken. 'Laat los, joh, doe niet zo stoer'.
Ze kreeg haar fiets niet meer in beweging. 'Ik weet dat het me gaat lukken', prentte ze zichzelf in. Nog even doorzetten en dan ben ik weer thuis. Ze merkte dat haar ademhaling sneller ging dan anders. Ze keek naar het rijtje woonhuizen verderop. 'Laat me los', riep ze.
'Wij gaan jou wel even thuis brengen hoor. Je woont toch alleen?' zei de jongen naast haar.
'Mijn oom wacht op me', bedacht ze snel.
Suzan wees met haar uitgestrekte vinger naar de huizen voor haar.
'Die wacht heus nog wel even op je hoor'. Opeens viel haar de brede grijs van het gezicht achter haar op. De andere jongen greep haar rechterpols vast. Suzan rukte zich los, smeet haar fiets op de grond en zette het op een lopen. Ze rende uit alle macht richting het huizenblok. Om de hoek was haar flat. Ze was de jongens kwijt. Helemaal overstuur wandelde ze de fietsenkelder in.
'Dat gaat zo maar niet'.
Opeens stonden ze weer vlak voor haar. Waar kwamen ze vandaan? Suzan keek om zich heen. Het was er stil en leeg.
'Je moet ons nog even een plezier doen'.
Je bent toch wel een lief meisje, zeker?'

Samen kwamen ze op haar af. Paniek maakte zich van nu haar meester.
'Nee, neeeeeh.....'
'Een klein beetje meewerken, schat'

Ze zag hoe hij zijn broekriem losgespte.
Twee paar handen grepen haar vast en de jongen met de donkere bril duwde haar op de grond en begon aan haar jeans te trekken. Suzan begon te gillen, maar een grote hand smoorde haar geluid. Ze begon wild om zich heen te slaan en te trappen.
Toen zag ze het opeens: in zijn hand hield hij het lemmet vast van een groot mes. Opeens zag ze ook de andere jongen naast zich. Hij hield de fles olijfolie in zijn hand en zwaaide hem hoog boven haar hoofd. Het werd donker...


Geschreven voor de oktoberopdracht van 'Het Fantasierijk'
Schrijf een een non-lineair verhaal.
Misschien ook wel geschikt voor de Scary Corner...

© Matti, 21 oktober 2009
Fictie

Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

Geen opmerkingen: