maandag 2 juni 2008

94. Een middagje Wassenaarse Slag (Deel 2)



   

Hierbij het verslag van ons middagje relaxen aan het strand.
Aan de westkust, bij Wassenaar.
Datum: 28 juli 2007







 


In deel 1:
'We gaan richting Meijendel', zei Yvonne vastberaden. 'Daar is het lekker rustig'. Bovenaan het duin gekomen, begon de ellende. We maakten die middag heel wat mee. De haren rijzen je te berge... Allereerst kwamen we er achter dat we onze zwemspullen waren vergeten. Geen bikini, geen handdoek, geen zonnebrand. Bovendien begon mijn maag behoorlijk te draaien, dus...


Deel 1 gemist? Lees hier Deel 1

Bovendien begon mijn maag behoorlijk te draaien, dus het duurde niet lang of ik zag groen en geel. Bovenop het duin, bij de parkeerplaats, bleven we even staan. O, meid, ik moet kotsen geloof ik, zei ik tegen Yvonne. We liepen iets verder naar boven en langs de duinopgang kwam het hele spulletje eruit. De uitsmijter, die we 's middags in Voorschoten gegeten hadden. De saillante details zal ik jullie besparen, maar toen we even hadden gezeten en nog een beetje water gedronken hadden, begon ik alweer op te knappen. Uiteraard kregen we een heel gesprek over de kwaliteit van de uitsmijters bij de 'kromme-snavel-restaurant-keten , je weet wel van die Toekans en ook over voedselvergiftiging, maar Yvonne merkte op: 'Jij komt nooit aan zee, Het zal de zeelucht wel zijn.' 'Laten we het daar dan maar op houden', zei ik. Dorus en Driekus, de beide Cocker Spaniels, stonden al te trekken aan de halsband. Die wilden zo snel mogelijk het strand op.'Heb je dat grote bord gezien, merkte ik op. Er mag hier niks, niet zeilen, paardrijden en ook honden zijn verboden.' Ja, dat weet ik, zei Yvonne. 'Na 15 september weer kun je klakkeloos het strand oprennen met ze, maar nu moet je uitkijken. We gaan eerst naar het noorden. Daar is een stuk strand waar het wel mag en dan lopen we stiekum langs de vloedlijn weer terug richting Meijendel, misschien merkt niemand ons hier op en de strandpolitie is in geen velden of wegen te bekennen. Laten we het gewoon erop wagen.Jij ook weer hè, met je handige trucks' was mijn antwoord. Beneden bij de strandopgang, was een viertal strandtenten gesitueerd. Eén daarvan heette 'De Gouden Bal'. 'De gouden Bal? vroeg ik, waar slaat dat op? Weet ik veel ,zei Yvonne, dat kan van alles zijn: een strandbal, volleybal, een gehaktbal. Ja de ballen, vulde ik aan, een ballentent is het. Er zullen hier wel van die Wassenaarse yuppen komen, van die ballen. Yvonne stelde voor om daar wat te nemen, maar ik zei: nee voorlopig even niet eerst mijn maag tot rust en bovendien: pas op met Dorus en Driekus, dus we kunnen beter de andere kant opgaan.

Het was heerlijk weer en toen we een tijdje met de honden hadden lopen dolle op het toegestane stuk strand, besloten we naar het zuiden te lopen, richting Meyendel. Zo langs de vloedlijn, heerlijk. We hadden de broekpijpen opgerold, schoenen en sokken uit, dus dat werd lekker pootje baden.
De honden mochten hier nog niet los, maar ze stonden te trekken van jewelste aan de tuigjes. Even later hield ik de halsbanden vast en opeens: een ruk. Ik verloor mijn evenwicht en daar lag ik: in het zeewater. Meteen rolde er een golf achteraan en ik was kletsnat, van onder tot boven. Mijn spijkerbroek, mn groene shirtje, mn beha, alles doordrenkt. Het huilen stond me nader dan het lachen. Yvonne echter, begon keihard te lachen en lag in een deuk. Kom help me even overeind zei ik. Yvonne pakte mijn hand, ik trok en ja hoor, daar lag zij ook languit. Dorus en Driekus hadden ondertussen hun kans schoon gezien, want van schrik ha ik de halsband losgelaten.
Ze renden al een dertig meter voor ons uit.
We krabbelden overeind, keken elkaar aan en ik zei: Von, Laten we terug naar die strandtent gaan, dan kunnen we misschien opdrogen.
We kunnen beter even doorlopen,
zei Yvonne, daar heb je wat boten liggen van de kustzeilvereniging. Laten we daarheen gaan daar is het rustiger en kunnen we misschien tussen de boten van de surf- en zeilvereniging ons blousje en broek even uitdoen en in de zon laten drogen. Zo gezegd zo gedaan.
Het was nog een stukje terug, maar we vonden een plekje tussen de zeilboten die daar lagen. Meid, ik ben drijfnat, zei ik en jij dan? Hoe lossen we dat op?Yvonne keek in het rond. We hadden een windstil plekje gevonden tussen de boten en Yvon stelde voor: 'Meid, we trekken onze broeken en bloesjes uit, leggen ze hier te drogen op de rand van de boot en wij laten ons heerlijk in het zonnetje opdrogen.' Het lag wel heerlijk in het warme zand, maar even later kwamen we tot de onrdekking dat dit niet zo'n handig idee was. Overal zaten de zandkorrels, opgedroogd zand, in ons haar, tussen onze oksels, in ons kruis en noem maar op. Ik heb een idee, zei Yvonne, als we nou beurtelings heel snel even naar het water rennen, ons afspoelen en dan snel weer terug, dan ben je al het zand kwijt en trek je alles droog weer aan. Durf jij? en ze keek me vragend aan. Ik keek over de rand van de boot, maar pas heel in de verte liepen twee wandelaars. Oke, goed idee. We trokken alles uit en eerst rende Yvonne met een bloedgang richting zee, nam een duik en toen rende ze bliksemsnel weer terug.
Nu was ik aan de beurt. In mijn blootje zete ik het op een lopen.
Oeps, het zeewater was wel ontzettend koud, en dat op 28 juli, hartje zomer, maar heerlijk fris, keek ik snel even langs het strand. Niemand te zien... terugrennen.
We hadden de spijkerbroeken en de opgedroogde blouses al uitgespreid. de beha's en onze slipjes hingen nog te drogen.
Terug tussen de boten, strekten we ons heerlijk uit in het zonnetje en na een kwartiertje voelde het heel aangenaam.
Opeens gleed er een donkere schaduw over ons heen en we keken op. Er stond een witte jeep vooraan bij de boten en vlak naast ons stond een man met een wit overhemd te kijken (inspecteren) hoe we eruit zagen. Ik hoorde hem zeggen: 'Vermaken wij ons hier een beetje? Genieten de dames? Verschrikt rukten we snel de spijkerbroek en de blousjes onder ons weg en legden ze over ons heen. Zijn we verdwaald? ging de man in de jeep verder. Het naaktstrand is 400 meter verderop. U bent hier illegaal bezig. Naaktstrand? vroeg ik en verschrikt kroop ik wat verder ineen, Nee meneer, zo zijn wij helemaal niet. Het is helemaal niet onze bedoeling om.. En die honden, die zijn hier helemaal niet toegestaan. Heeft u de verbodsborden niet gelezen? Als ik u was, zou ik onmiddellijk wat aantrekken en hier het strand afgaan, want anders moeten we een bekeuring uitschrijven. We komen over een kwartiertje hier weer terug en als wij u hier nog aantreffen, moet ik onverbiddelijk zijn. [/i]Hij keek naar zijn collega en toen weer naar ons, schamel bedekt. Gelukkig stapte hij weer in naast zijn collega en reed de jeep verder. Wij proestten het uit. Van schrik zaten we nu in ons blootje in het mulle zand, omdat we razendsnel alle kleding onder ons weggetrokken hadden, iets wat niet bepaald prettig was. Nou, we kunnen ons nu niet weer afspoelen hoor, zei Yvonne.
We veegden al het zand zo goed en kwaad als het kon, weer van ons af, kleedden ons aan en gingen met Dorus en Driekus in ons kielzog weer snel richting strandopgang.
Terwijl Yvonne doorliep met de honden, naam ik nog snel een frisdrankje op het terras bij de Gouden bal en nam een gekoeld blikje voor Yvonne mee. Ik zat er nog maar net toen er twee leuke jongens op het terras kwamen zitten, waarmee ik in een geanimeerd gesprek kwam. Helaas moest ik snel 'doei' tegen ze zeggen, want Yvon stond op me te wachten. Wat hadden we spijt dat we die fietsen zo snel moesten terugbrengen.
Toen we even over vijven weer bij de fietsen aankwamen, zei ik tegen haar: 'Nou meid, kijk straks thuis maar eens in de spiegel. 'Je bent zo rood als een tomaat.' 'Jij ook', zei ze.
We hadden natuurlijk zonnebrand mee moeten nemen.' 'O ja, vulde ik aan, wat zou ik nu zin hebben in zo'n heerlijk vekoelend kruidenbad. Die massagesalon/relaxstudio van je neef in Voorschoten kunnen we wel op ons buik schrijven, kijk eens op je horloge.'
Onze maag was aan het knorren en we moesten nog flink haast maken om de huurfietsen in Voorschoten bij Roestmans weer op tijd in te leveren. Alles deed ons zeer tijdens het fietsen. Aan Dorus en Driekus was niets te merken. Onderweg keken we elkaar aan en zeiden: Tja, dat was me het middagje wel...

Moe, bezweet, hongerig, verbrand en met zand in ons kruis naar huis...
Zoiets maak je hopelijk maar één keer mee..
(ik bedoel: op een huurfiets naar het strand, languit in je kleding in het water, strandpolitie op 'inspectie' haha, geen bikini, geen handdoek, geen zonnebrandcréme, geen drinken en bijna twee bekeuringen).






Al met al hebben we een ontzettend leuke en spannende dag beleefd. De volgende keer: toch geen bikini bij ons? Ach, we weten nu de weg...
O ja, bij de strandtent kun je in de zomer ook blijven: het is er erg gezellig, je kunt er eten en 's avonds is er soms ook dansen met life-muziek...




[EINDE deel 2]


© Matti, 2 juni 2008
Met dank aan E. N.a.v. de vraag: 'Ken je Wassenaarse Slag?.
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

Geen opmerkingen: