donderdag 27 januari 2011

316. De nacht

 -sonnet -

De nacht kent haar eigen grillige nukken
een worsteling tussen onrust, dromen en rust
je beleeft de nacht somtijds dommelend of bewust
totdat men abrupt het laken komt wegrukken

De lange nacht, voor velen een tijd van liefde en lust
na de passie uitgeput, tijd aan de vergetelheid ontrukken
de slaap niet vatten, de vermoeidheid bewust onderdrukken
van importantie is kalmte tot de morgen, nochtans uitgerust

Urenlang kun je 's nachts in het akelig donker turen
luisteren naar geluiden, die ver weg klinken en verdwijnen
soms komt de maan bleek door de gordijnen gluren

de koele nacht zal altijd na iedere zomerse dag verschijnen
de winternacht tergend lang soms, woelen en draaien, vele uren
tot de eerste zonnestralen vrolijk gaan schijnen


Geschreven in het kader van de 'Dag van het gedicht'
© Matti, 27 januari 2011
Reacties op mijn blogs stel ik altijd op prijs.

Geen opmerkingen: