vrijdag 10 januari 2014

356. Schwarzwalder Erfahrungen (6)

Vervolg van 355. Schwarzwalder Erfahrungen (5)
[ Belevenissen in het Zwarte Woud ]

Ik holde de trap op naar boven, stoof door de kamer van Hermann heen, naar de achterste kamer en toen bleef ik aarzelend op de drempel staan. Ik bedacht opeens dat ik dat ik mij natuurklijk wel passend moest kleden, als ik naar zo'n Heimatabend ging. Anders zou ik helemaal uit de toon vallen. Helaas bezit ik geen dirndljurk, maar ik had nog wel mijn schattige Hollandse rokje bij mij met het Molentegelmotief. In mijn andere tas zaten nog mijn klompen, die ik had meegenomen voor het geval dat ik door mulle bosgrond moest lopen. Het witte blousje met het lage decolleté zou zeker niet missstaan tussen de dirndljurken.

Het duurde niet lang of ik had mij omgekleed en in mijn 'uitgaanstenue' trippelde ik vliegensvlug weer de trap af naar beneden. Ik stak nog snel mijn moliel in het kleine tasje, want vast en zeker was er in het dorp weer bereik, zodat ik eindelijk mijn vriendin kon SMS-en. Ze zou wel op van de zenuwen zijn, want ze had de hele dag nog niets van mij gehoord. Misschien dacht ze wel dat ik gekidnapt was. Normaal hebben we altijd even vlug contact als we iets spannends ondernemen. Jurgen en Hermann stonden bij de tafel in het woongedeelte en toen Jurgen mij zag, slaakte hij een kreet van verrukking.

'Oh meine liebe, was bist du hubsch, Geil', riep hij uit. 'Je kunt zeker wedijveren met de meisjes uit het dorp', zei hij want dit is pas echt een 'oktoberfestkleidung'. 'Ík weet niet precies hoe laat het wordt, Herman', zei ik tegen de koekoeksklokkenmaker, 'maar kan ik vanavond wel naar binnen, als het over elven wordt?', vroeg ik. 'Nou, ik vermoed dat het eerder twaalf, één uur wordt, voordat het feest is afgelopen, merkte Hermann op. 'Het is nu de eerste avond van het feest en dat zal wel in de kleine uurtjes lopen. Er ligt altijd een sleutel van de voordeur rechtachter de regenton. Mocht het niet lukken om op tijd weer terug te keren, dan kun je misschien bij Karl und Anneliese, de ouders van Jurgen, blijven slapen. Zoiets is hier im Schwarzwald nooit een probleem'. 'Gut, we zien wel', zei ik, 'maar maak je niet ongerust, want ik wil er in ieder geval morgenochtend zijn om de koekoeksklokkenwerkplaats te bekijken'. Hermann knikte en Jurgen en ik stapten in de jeep. Het was inmiddels al bijna donker. Jurgen stuurde de jeep vakkundig langs het bospad. Het dorp was maar 12 km, dus met twintig minuten konden we er zijn. 'Dat vind ik erg leuk, Esnmèe, zie Jurgen, 'dat je met mij meegaat. Je zult zien dat het gezellig gaat worden en dat is veel leuker dan bij die ouwe eenzelvige klokkenmaker te blijven vanavond. Wat bezielt je eigenlijk om hier bij hem stage te gaan lopen? Hermann is soms een beetje verstrooid en hij komt één keer in de week naar het dorp om boodschappen te bestellen. Dan gaat hij nog een uurtje met wat vrienden naar de Stube om een pul bier te drinken en dan verdwijnt hij weer voor een week op zijn rammelende fiets naar zijn stek in het bos.' Jurgen keek mij aan en legde zijn rechterhand op mijn lkinkerbovenbeen. Langzaam voelde ik zijn hand aan de binnenkant van mijn dijbeen naar boven glijden en hij zei. 'Ja, Esmèe, wir mochten gerne noch etwass spass machen heuteabend.' Ik zag dat hij een wat onbetamelijke blik wierp op mijn witte blousje met het lage decolleté. Ik werd er helemaal warm van en ik wilde net tegen hem zeggen dat ik hem ook wel een leuke vent vond.

Opeens maakte de jeep een schuddende beweging en schoot met een ruk naar rechts.De auto was door een diepe plas gekomen en de rechterkant van de wagen schampte tegen een boom. Ó, mein Gott'riep Jurgen en een seconde later sloeg de motor af. Jurgen keek opeens even strak voor zich uit, sprog uit de auto en bekeek de schade 'Leider, zei hij, we hebben een lekke band en een deuk.Ook de motor is afgeslagen. Hij probeerde 'm weer te starten, maar helaas pindakaas. 'Wat moeten we nu?', riep ik angstig uit. 'Tja' zei Jurgen 'we zitten halverwege en ik weet niet hoe ik dit ding weer aan de praat moet krijgen. Er zit niets anders op dan dat we gaan lopen. Ik weet wel een korte weg door het bos, ongeveer 400 meter verderop.' We stapten uit de auto en liepen samen het kronkelende bospad af. Gelukkig, op het aangegeven punt liep inderdaad een pad naar links, maar het was aardedonker geworden. 'Kom maar mee, Esmèe', zei Jurgen en hij sloeg een arm om mij heen. Ik voelde zijn stevige lijf en kreeg weer wat moed. We haden nog geen 50 meter verder gelopen, toen ik opeens iets zachts onder mijn klompen voelde. Zoiets had ik natuurlijk op mijn klompen aan kunnen voelen, Het bospad was er erg modderig en na drie stappen struikelde ik en gleed weg in en modderplas. 'Help Jurgen', riep ik, maar Jurgen was ook uitgegleden. Daar lagen we dan. Ik probeerde overeind te krabbelen toen ....

Esmèe.

Hoe het verder ging?
Lees verder in deel 7 (volgt binnenkort)

© Matti, 10 januari 2014
Fictie
Reacties op mijn blogs stel ik op prijs.

Geen opmerkingen: